Draakje Geluk                                                                                                                         


Mijn papa zegt dat ik op zoek moet gaan.    

Op zoek naar geluk.

Maar ik weet niet eens wat geluk is.

Hoe weet ik dan waar ik zoeken moet?

Hé Lucht, weet jij soms wat geluk is?

~ Kom maar, loop maar op deze roze wolk ~

Hihihi, dat is lekker zacht.

Zopperdepop, mijn lijfje veert op en neer.

Wiebeldewabbel doet mijn staart.



Hoei oei, ik val eraf.

Op een steen.

Dat voelt hard.

Och, nu is het geluk floeps weg.

Mijn staart wiebeldewabbelt niet meer.

Zeg water, weet jij soms wat geluk is?

~ Kom maar, zwem maar in mij ~

Haaa, dat is lekker fris.

Spetterdespat doen mijn pootjes.

Wiebeldewabbel doet mijn staart.

Brrrr, nu krijg ik het koud.

Dat voelt niet fijn.

Ik wil eruit.

Och, nu is het geluk floeps weg.

Mijn staart wiebeldewabbelt niet meer.

Zeg Beer Wollie, weet jij soms wat geluk is?   

      ~Kom maar, ik maak je warm.~

Mmm, jij hebt een lekker warm vel.

Knipperdeknip, mijn oogjes vallen dicht.

Wiebeldewabbel doet mijn staart.


O wat eng, nu is het donker.

Ik kan niets meer zien.

Ik wil uit dit hol.

Och, nu is het geluk floeps weg.

Mijn staart wiebeldewabbelt niet meer.

Hai Muisje Kiek, weet jij soms wat geluk is?

~ Kom maar, ik geef je eten ~

Dat zijn lekkere kruimels brood.

Jammiedebammie, mijn buik is blij.

Wiebeldewabbel doet mijn staart.


Knorknor zegt mijn buik alweer.

Muizenhapjes zijn te klein.

Ik heb honger.

Och, nu is het geluk floeps weg.

Mijn staart wiebeldewabbelt niet meer.

Zeg eens Boom Basta, weet jij soms wat geluk is?

~ Kom maar, klim maar in mij ~

Ik stap op elke tak, heel hoog.

Ik zie het héle bos.

Wauwerdewauw, mijn oogjes stralen.

Wiebeldewabbel doet mijn staart.

Oef, het waait hard.

Au au, de takken zwiepen tegen mij.

Och, nu is het geluk floeps weg.

Mijn staart wiebeldewabbelt niet meer.

Hallo Merel Mia, weet jij soms wat geluk is?

~ Kom maar, zing met mij mee ~

Tralala tralala, zingen is leuk.

Wapperdewap doen mijn handjes.

Wiebeldewabbel doet mijn staart.

.

Wat stom, mijn stem bromt.


Ik kan het niet zo mooi als jij.


Ik stop er mee.


Och, nu is het geluk floeps weg.


Mijn staart wiebeldewabbelt niet meer.


Hé Hagedis Lis, weet jij soms wat geluk is?

      

Kom maar, wij spelen samen.


Hoera, samen spelen is superfijn.


Joepiesprong doen mijn voetjes.


Wiebeldewabbel doet mijn staart.



Lalala zingt mijn hart.

Wij zijn samen vriendjes.

Voor altijd.

Dit geluk kan nóóit meer floeps weg.

Wiebeldewabbel doet mijn staart én mijn hart.

 Omie heeft dit verhaaltje op Youtube voorgelezen. Kijk je mee?