Teek

Teek

Zeg Toby, wat zit je toch te krabben.

Ik heb vreselijke jeuk.

Zitten de vlooitjes je te pesten?

Nee, dat kan niet, want ik heb pas een nieuwe vlooienband van je vader gekregen.  Die werkt altijd prima.

Laat me eens kijken.

Daar achter mijn rechter oor.

Volgens mij zit er een teek in, want ik zie een bobbeltje met een zwart puntje.

Wroefff, teken vind ik zulke vervelende beestjes.

Wacht maar eens Toby, die krijg ik er wel uit. We hebben daar een speciaal pincetje voor. Ik hoop dat het geen pijn doet.

        Het valt mee…

Ja, hier heb ik hem, zie je. Het lijkt wel een klein spinnetje. Hallo teek, je hoeft niet bang te zijn hoor. Ik laat je zo weer vrij. Wat deed je eigenlijk in de huid van Toby?

Ik was verstoppertje aan het spelen.

Verstóppertje spelen?

       Ja, goed plekje hè!

Niet zo supergoed, want anders had ik je niet kunnen vinden.

Oké, BIJNA niemand kan me vinden.

Voor wie wil je jezelf verstoppen?

Voor de grote boze wereld.

Is de wereld zo boos op jou?

Dat lijkt wel zo, ja.

Mijn wereld is anders niet zo groot en boos hoor.

De mijne wel!

Leven wij dan niet in dezelfde wereld?

Ik ben véél kleiner dan jij. Alles om mij heen is véél groter dan voor iemand die wel tienduizend keer groter is dan ik.

Daar heb ik eigenlijk nooit aan gedacht.

Je moet je eens voorstellen dat alles wat je ziet wel tienduizend keer groter is dan nu.

Dan zou elk grassprietje een grote dikke boom lijken.

Ja hè.

Een kiezeltje zou een grote rots lijken.

        Jazeker.

Een straat wordt dan super breed om over te steken.

        Ja. (zucht)

Een mens wordt een gigantische reus! En ook de dieren lijken opeens héél groot en gevaarlijk!

Ja, vind je het nu nog steeds gek dat ik bang ben in deze grote wereld.  Voor mij is het een reuzen wereld. Ik ben voor alles en iedereen bang. Voor jou ook!

Voor mij hoef je echt niet bang te zijn. Ik houd van alle dieren. Het maakt niet uit of ze groot of klein zijn. Als ik jouw wereld een stuk kleiner kon maken, zou je dan nog steeds bang zijn?

Nee, dan zou ik niet meer bang zijn. Maar je kunt de wereld toch niet kléiner maken?

Ik bedoel ook niet de grote wereld, maar wel jóuw wereld.

O… en hoe wil je dat doen?

Zal ik het eens proberen?

Ben benieuwd!

Eens effe kijken…Ha, hier heb ik een klein bloempotje. Daar stop ik allemaal piepkleine dingen in… zandkorreltjes, kleine stukjes gras, minibloemblaadjes en nog wat friemelstukjes van een bloemstengel, zie je. Hier in dit bloempotje mag jij voortaan wonen. Dit is jouw nieuwe kleine wereld. Hier kun je je veilig voelen. Nou, wat vind je ervan?

O reuzenkind, dat is geweldig! Is dat echt helemaal voor mij?

Jazeker, helemaal alleen voor jou!

         Zet me er maar in.

Daar gaat ie dan…

          O reuzenkind, ik ben zo blij. Ik kan wel zingen!

Doe maar, ga je gang. Zing, dans en spring jij maar in je nieuwe wereld. Hoerááá!!!

----

Kijk eens Toby, je dacht dat een teek een vervelend beestje was. Maar je hebt het nu zelf gehoord: hij was eigenlijk alleen maar bang!  Nou, wat zeg je daarvan?

           Wroefff!

Vragen voor jou

1. Sta je er wel eens bij stil, dat de wereld voor kleine beestjes enorm groot lijkt?

2. Zou jij in een reuzenwereld willen wonen? Hoe lijkt je dat?

3. Zou je dan bang zijn en je willen verstoppen?

4. Hoe zou een reus ervoor kunnen zorgen dat jij je veilig voelt in zijn grote wereld?

5. Hoe kun jij ervoor zorgen dat kleine diertjes zich veilig voelen in jouw grote wereld?

6. Wat doe je als iemand jou bedreigt? Loop je weg of word je bijvoorbeeld boos, of doe je iets anders?