Verliefd

Verliefd

Jemig Katja, wat straal je! 

      Ik ben gewoon blij.

Nou, zo gewoon is dat niet, je ogen schitteren als sterretjes en je aura lijkt we van goud.

       Hihihi, gekkie.

Wat is er met je gebeurd?

       Ik denk dat ik verliefd ben.

Ooh, wat leuk! Vertel!

       Ik ben op Jop.

Dat rijmt; op en Jop.

       Hihi, leuk hè!

Waar ken je Jop van?

       Hij zit bij mij op Jeugd Natuurwacht.

Wat doe je daar zoal?

Uilenballen uitpluizen, nestkastjes maken, waterbeestjes zoeken  en nog veel meer. Elke week doen we wat anders.

Lijkt me leuk. En Jop vindt het vast ook leuk.

Jazeker, hij houdt vooral van kikkers. Hij kent alle soorten en alle kwaakjes.

Wat vind je zo leuk aan Jop?

Hij lacht zo lief… Hij heeft een kuiltje in zijn kin en mooie blonde krulletjes. O ja, en hij brengt elke keer een liga voor me mee. Hij  zegt dan: Ik heb er toch twee, deze mag jij. En hij droeg mijn zware stapel takken, toen we wilgen hadden  geknot. Ik was toen best moe. Dat had hij blijkbaar gezien of aangevoeld en hij zei dat hij sterk was en dat best voor me wilde doen.

Ach, wat een schatje, zeg.  

        Ja, hihi. 

Hebben jullie nu echt verkering?

Nee joh, hij weet niet eens dat ik op hem ben.

Zo te horen is hij ook op jou. Maar misschien durft hij het niet te zeggen.

Hij doet wel stoer, maar ik denk eigenlijk dat ie wat verlegen is.  Eh, ik ook hoor. Ik durf het ook niet te zeggen.

Mooi stelletje zijn jullie. Misschien kun je het volgende keer toch heel voorzichtig vertellen.

Hoe dan? Ik weet zeker dat ik niet uit mijn woorden kom. Ik voel me zo verward en onzeker. Stel dat hij mij nou helemaal niet leuk vindt, dan ga ik wel mooi af als een gieter.

Nou en! Maak je daar alsjeblieft niet druk om.

Ja, jij hebt gemakkelijk praten. Jij hebt het nog nooit meegemaakt.

Wat heb je te verliezen?  Je hébt nu toch nog niets, dus je kunt niets verliezen.

Dat is aardig bedacht, Evi, maar toch blijf ik twijfel voelen.  Nee, ik durf echt niet.

Ik weet zeker dat jij je opgelucht zult voelen als je het aan Jop hebt verteld.

Ik denk dat ie me stom vindt en dan zou ik me rot schamen. Weet je Evi, verliefd zijn is leuk, maar tegelijk stom. Je kunt aan niets anders meer denken. 

Ik heb het gelukkig nog nooit meegemaakt.

Ik voel me er zelfs ziek van. Ik heb hoofdpijn en buikpijn en ik krijg steeds een rood hoofd als ik bij hem in de buurt kom.  Poeh poeh…

Weet je wat, we gaan lekker zwemmen, dan vergeet je Jop even. 

         Yèèè, wie het eerst in ’t water is!

Vragen voor jou