Fenella's 

bijna-doodervaring

Fenella's bijna-doodervaring

Hoi Mono, ben je er weer?

Tja, ik heb je deze week vaak nodig. Vind je dat niet erg?

Nee hoor, het is voor een goed doel en mijn lichaam kan lekker uitrusten, terwijl ik met jou op pad ben.

We gaan naar Schotland. Fenella heeft een bijna-doodervaring gehad. Ze wil er graag met iemand over praten.

Kan ik me voorstellen, want dat is erg indrukwekkend.        

 ---

Fenella…Fenella…

Hemeltjelief, ik schrik van jullie. Zie ik nu een engel op een eenhoorn? Ben ik nu wél in de hemel?

Nee nee. Kijk maar eens om je heen, je ligt nog in het ziekenhuis.

O ja, nu zie ik het. Pas maar op, dadelijk ziet de nachtzuster jullie nog.

Daar hoeven we niet bang voor te zijn, want we zijn alleen voor jóu zichtbaar.

Apart zeg! Gisteren heb ik óók al iets gezien wat niemand anders kon zien.

Zeg eens… wat heb je gezien?

Ik durf het bijna niet te vertellen, want papa, mama en ook de dokter geloofden het niet. Ze dachten dat ik hallucineerde door de medicijnen.

Zelfgemaakte beelden in je hoofd?  Dat gebeurt natuurlijk wel eens, maar soms zie je ook bijzondere dingen als je bijna dood bent.

Ik was niet bijna dood maar ik denk dat ik heel even écht dood was.  Zulke mooie dingen kan ik volgens mij nooit zelf hebben verzonnen en ik heb ze  hier nog nóóít gezien.

Kun je eens vertellen wat je gezien hebt?

        Beloof je me dan dat je me niet gek zult vinden, ja?

Absoluut! Ik ken veel meer mensen die een bijna-doodervaring hebben gehad.

Echt? Wat fijn. Wel, gisteren werd ik geopereerd aan mijn hart. Ik heb al vanaf mijn geboorte een afwijking aan mijn hart, hierdoor was ik altijd vreselijk moe.  Ik voelde me altijd als iemand die zojuist een marathon heeft gelopen.

Wat náár voor je!

        Ik was dan ook blij dat ze me eindelijk konden opereren.

Kan ik me voorstellen.      

De dokters hadden me van tevoren al verteld dat een machine eventjes de taak van mijn hart moest overnemen, tot mijn hart weer was gerepareerd.

Spannend voor je.

Ik was best zenuwachtig, maar ik vertrouwde erop dat de operatie zou lukken.

Toen de machine het werk van je hart moest overnemen, stopte toen je eigen hart met kloppen?

Já, en tóen gebeurde het. Binnen een paar seconden gleed mijn geest uit mijn lichaam. Ik keek vanaf het plafond naar beneden. Ik zag mezelf op de operatietafel liggen. Ik hoorde hoe de dokters met elkaar praatten.

Vond je het niet akelig om die bloederige operatie te zien?

Beetje wel, maar tegelijkertijd gebeurde er iets heel bijzonders.

Ben benieuwd.

Ik zag de overleden oma van mijn moeder. Ze was al dood, nog vóórdat ik geboren was, dus het was onmogelijk dat ik haar kende. Toch wist ik op dat moment wie ze was. Ze strekte haar armen naar me uit. Ik pakte haar hand vast en samen vlogen we weg.

Hoe voelde je je?

    Héérlijk! Zo rustig en vredig had ik me nog nóóit gevoeld.

Kun je omschrijven wat je zag?

Het leek alsof we werden meegezogen door een tunnel van licht. Toen vlogen we door allerlei kleuren heen. Sommige kleuren had ik hier nog nooit gezien. Het leek alsof die kleuren van een soort vloeibaar licht waren. Rondom me heen en ook dóór me heen voelde ik intense rust en gelukzaligheid. Het voelde alsof alles uit liefde bestond.

Wat prachtig, Fenella.

Ik kan er niet zo goed de woorden voor vinden, maar er was zó’n verbondenheid. Het leek wel of alles maar één geest had. Anders dan op de aarde, waar alles een éigen geest lijkt te hebben. 

Alle kennis die wáár dan ook bestaat, is daar voor iedereen beschikbaar.

Fantastisch zeg! Voelde je ook dat alle tijden en plaatsen binnen één seconde in elkaar vloeiden?

Jááá, wat fijn dat jij dat gevoel ook kent! Ik voelde ook dat wij allemaal kinderen zijn van God, kleine Godjes dus, en dat wij álles kunnen. Wat ons tegenhoudt zijn onze angsten en oordelen.

Dat klopt, Fenella. Waar angst en oordelen zijn, kan geen liefde bestaan en waar wél liefde is, bestaat geen angst en oordeel.

Het was zo héérlijk in die sfeer van pure liefde, ik zou er wel ééuwig willen blijven, o ja!  Maar opeens kwam er uit het licht een man tevoorschijn.  Hij nam mijn gezicht heel liefdevol tussen zijn handen en zei: “Je moet nog terug, Fenella, je taak is nog niet af.  Deze liefde zul je je voor de rest van je leven elke dag blijven herinneren.”

Ha, dan was het je tijd nog niet om óver te gaan!

Dat weet ik. Toen de man mijn gezicht losliet, vloog ik met een flinke vaart weer terug naar mijn lichaam in de operatiekamer. Eigenlijk wilde ik niet terug, het was zó fijn aan de overkant.

Was je bang om weer terug te gaan in je zieke lichaam?

Bang, dat is het goede woord ja. Zonder lichaam voelde ik me zó vrij en vredig. In mijn lichaam zou ik weer beperkingen kennen, waar ik zo’n moeite mee had.

Hoe kwam je weer terug in je lichaam?

De oma van mama heeft me een soort ‘zetje’ gegeven, geloof ik.

Tja, soms is zo’n duwtje nodig. Hoe voelt je lichaam nu?

Natuurlijk voel ik nog wel de pijn van de operatie. Kijk maar eens naar de vele hechtingen op mijn borst.

Oei, dat zijn er aardig wat, Fenella.

Toch voel ik me wel sterk en vol energie. Het lijkt wel of ik die energie heb meegenomen uit het licht.

Als je jezelf afstemt op deze liefdevolle energie, kun je jezelf elk moment van de dag hiermee opladen.

        Hoe moet ik me erop afstemmen?

Heel simpel, door er aan te denken.

 Kunnen alleen mensen met een bijna-doodervaring zich erop afstemmen?

Nee, iederéén kan het.

Maar als je het niet hebt gevoeld, hoe kun je er dan aan denken?

Door het te fantaseren, je maakt dan zelf een beeld in je hoofd.

        Fantaseren is toch niet hetzelfde als de werkelijkheid?

Dat klopt, dus is er geloof voor nodig om te kunnen aannemen dat het licht bestaat.

       Geloven is moeilijk als je het niet zelf hebt ervaren.

Daarom juist is het belangrijk dat er regelmatig mensen zijn die een bijna-doodervaring meemaken, zodat ze het kunnen vertellen aan anderen.

       Zou dat de taak zijn, waar die man in het licht over sprak?

Dat zou kunnen. Misschien zijn er nog andere taken die je in je leven hebt.

        Hoe kom ik erachter wat die taken zijn?

Let maar goed op zogenaamde toevalligheden en herhalingen van gebeurtenissen.

Dat zal ik zeker doen. Ik zal ook aan mensen vertellen wat ik gezien heb. Dan zijn ze misschien niet meer bang om dood te gaan, want de dood is eigenlijk een nieuw begin.

Zo kun je het zonder meer zien!

De andere kant is niets meer dan een andere dieptelaag van ons bestaan.         

Ja, het is gewoon een andere dimensie, dieper in onszelf.

        Is die dimensie voor iedereen hetzelfde?

Nee, niemand is hetzelfde, dus voor iedereen is er weer een andere dieptelaag.

Hoe kon het zijn dat ik de oma van mijn mama in mijn eigen dieptelaag kon zien?

Je kunt daar gewoon bij elkaar op bezoek, net zoals hier. Het verschil is dat je hier met de auto of fiets op bezoek gaat.  Dáár hoef je je alleen maar af te stemmen op iemand anders en dan bén je er meteen.

         O, da’s handig.

Zijn je vragen nu allemaal beantwoord?

         Voorlopig wel, dankjewel. Jij ook, eenhoorn.

              Ik heb niets gezegd.

Maakt niets uit, Mono. Misschien kun je haar nog wel wat licht geven, om haar lichaam snel te laten genezen.

               Goed plan.

          Hé, dat licht voelt hetzelfde als het licht aan de andere kant.

Heerlijk hè! Word maar weer gauw beter, Fenella.

              Tijd om Schotland te verlaten, Evi.

Dag Fenella, ik wens je alle vrijheid en vrede toe.

          Dankjewel, datzelfde wens ik jullie toe. Bye-bye!

 ---

Zeg Mono, wat was dat een bijzondere ervaring voor Fenella hè!

           Ook voor jou toch?

Ja, ook voor mij. Het is voor mij een fijne bevestiging van wat ik zelf weet, voel en ervaar.

          Misschien was deze ontmoeting goed omdat je zelf           wel eens twijfelt.

Misschien wel, Mono. Misschien wel.