Eekhoorn

Eekhoorn

Hé, wat ren je daar steeds maar, Limo...

        Ik heb haast!

Wacht nou effe, ik wil zo graag met je babbelen.

        Goed dan, héél even.

Waar ben je zo druk mee?

        Ik moet eten verzamelen.

Heb je honger dan?

Nee, nu niet, maar ik moet eten apart leggen voor de winter.

Wat eet je in de winter?

        Eikeltjes, bergen eikeltjes, die vullen mijn buikje zo goed.

Zijn er in de winter geen eikeltjes?

     Nee, in de winter is er niet veel te eten voor eekhoorntjes.

Ja, dan móet je wel een voorraadje aanleggen. Waar bewaar je al die eikeltjes?

Dat verklap ik niet, want anders worden ze misschien gestolen. En als ze gestolen worden, heb ik geen eten en dan ga ik dood.

Dat begrijp ik.

Moet jij ook eten sparen voor de winter?

Nee, mensen hoeven geen eten te sparen. In elk seizoen zijn er andere dingen die we kunnen eten.

Dat lijkt me handig.

In de zomer eten we sla, tomaten of boontjes en in de winter eten we boerenkool of spruitjes.

In het bos is in de winter echt niet zoveel, daarom ben ik nu al druk aan het verzamelen.

Mensen verzamelen wel andere dingen, Limo.

         Wat dan, Evi?

Sommige kinderen verzamelen legoblokjes waar ze mooie dingen van kunnen bouwen. Er zijn ook kinderen die speelgoedautootjes verzamelen.

         Verzamel jij zelf óók wat?

Ja, ik ben altijd naar mooie steentjes aan het zoeken. Ik heb er al héél veel in allerlei mooie kleuren. En als we naar zee gaan, zoek ik schelpen op het strand. Die vind ik zó mooi!

En gróte mensen, wat verzamelen die?

Uhm, de meesten verzamelen geloof ik geld.

           Geld... wat is dat eigenlijk? Kun je dat eten?

Nou nee, niet echt. Je kunt er wel eten mee kópen.

Oh, ik ken geen geld.

Dat hoeft ook niet, want in het bos kun je tóch niets kopen. Er is geen winkel. Maar in het bos is álles al wat de dieren nodig hebben. Dus dieren hebben geen geld nodig.

Heb jij geld?

Nee, ik hoef geen geld. Volgens mij wil ik het nooit, want ik wil gelukkig blijven.

Als ik eten zou kunnen kopen, hoefde ik nu geen eikeltjes te verzamelen in het bos. Het lijkt me wel fijn om geld te hebben!

Mensen denken dat geld gelukkig maakt, maar ze vergissen zich! Ze willen véél geld om véél spullen te kunnen kopen. Maar als ze het dan eenmaal hébben, dan zijn ze maar eventjes blij en willen dan weer iets nieuws.  Ze zijn altijd op zóek naar iets. Ze zijn nooit tevreden.

 Lastig hoor. Worden ze daar nooit moe van?

Kweenie Limo, ze moeten het zelf maar weten. Ik vind het alleen jammer dat ze niet zómaar blij kunnen zijn.

Kun jij dat wel, Evi?

Ja! Als ik hier bij jou ben, ben ik al blij. We kunnen samen zo gezellig babbelen. En je ziet er zó leuk uit met die mooie pluimstaart, je kleine snuitje en je snelle pootjes.

Nou, deze snelle pootjes moeten snel verder met eikeltjes verzamelen.

Zal ik je meehelpen?

Wil je dat doen?

Túúrlijk, er liggen er genoeg op de grond. Ik zal ze voor je bij elkaar leggen, dan hoef jij  ze alleen nog maar naar je geheime plekje te brengen, Limo.

O, wat ben je lief, Evi. Dankjewel!

Jij bent ook lief, Limo. Je bent mijn allerliefste eekhoornvriendje.

Vragen voor jou