Mug

Mug

Bzzzz, bzzzz, bzzzz…

Ieks, een mug. Ga weg, ik wil slapen!

        Bzzzz, bzzzz, bzzzz...

Wat kun jij met zo’n klein lijf een herrie maken zeg!

         Bzzzz, bzzzz, bzzzz…

Zo kan ik echt niet slapen hoor! Waarom ga jij ook niet gewoon slapen?

Omdat ik honger heb.

O gelukkig, je kunt praten. Dan kunnen we samen eens babbelen.Heb je honger? Hier in mijn kamer is niets wat je kunt eten hoor.

       Jawel, ik wil graag een klein druppeltje bloed van jou.

Nee hoor, jij krijgt helemaal geen bloed van mij. Vorige week heeft een mug me helemaal lek gestoken. Ik heb dagenlang lopen krabben.

Is dat echt waar? Dat is helemaal onze bedoeling niet.

En is het dan wel de bedoeling om mensen ’s nachts te pesten met jullie vervelende geluid?

Wij muggen maken geluid, om een andere mug te laten weten waar wij zijn.

Kan dat niet een beetje zachter dan? Mensen zoemen niet in het donker, maar wij fluisteren als andere mensen slapen. 

Ben je misschien bang in het donker? 

Als ik een lampje voor je aanmaak, houd je dan vanzelf op met zoemen?

Ja, dan kan ik goed zien waar ik je prikken zal.

O nee, er wordt hier niet geprikt. Niet in mijn lijf! Ik heb je net toch al gezegd dat ik dan dagenlang jeuk heb.

       O ja, dat zei je al. Maar waar moet ik dan mijn eten halen?

Dat weet ik niet. Maar buiten in de natuur vind je vast wel wat. Blijf even heel stil zitten, dan zal ik je naar buiten brengen.

       Je wilt me zeker dood meppen?

Nee, natuurlijk niet. Ik houd van dieren, maar ik moet nu écht gaan slapen. Ik vang je heel voorzichtig met een glas en dan laat ik je buiten vrij, oké?

Hoe weet ik dat ik je kan vertrouwen?

Dat we samen kunnen praten is toch heel bijzonder, vind je niet?

        Ja, dat is zo. Ik heb nog nóóit met een mens gesproken.

Alleen mensen die echt van dieren houden, kunnen met dieren praten.

Nu geloof ik je. Ik zal niet wegvliegen.

Kijk, nu zet ik dit glas heel voorzichtig over je heen tegen de muur. En nu schuif ik een papiertje tussen het glas en de muur. Zie je, zo doe ik je geen pijn. Nu zet ik mijn raam wat verder open, hopla. Kijk, ik houd je in de buitenlucht en haal het papier van het glas. Hier mag je zoveel zoemen als je wilt. Tot ziens mug, daag!

Tot ziens.

Maar niet meer tot ziens ’s nachts hé!

Nee, niet meer ’s nachts. Bzzzz… bzzzz… bzzzz…

Vragen voor jou