Budi wordt mishandeld

Budi wordt mishandeld

Evi… Evi…

Mmm? Wattisser?

Ik houd zo meteen mijn hoorn tegen je voorhoofd en dan zie jij aan de binnenkant van je ogen een soort filmpje.

Ik hou wel van filmpjes.

Dit filmpje vind je vast niet zo leuk, maar het is dit keer nodig, zodat je de situatie waarin Budi zit goed kunt invoelen.

Waar woont hij?

In één van de armste delen van Indonesië.

Laat het filmpje maar eens zien, Mono.

       Oké, komt ie.

Wat zie ik… “Oe… jakkes…au…stop! Niet doen, mama!”

       Genoeg gezien en gevoeld, denk ik.

O Mono, wat heeft dit kind het moeilijk. Hij wordt mishandeld door zijn eigen moeder. Ik wist niet eens dat moeders tot zoiets in staat zijn. Afschuwelijk gewoon!

Zeg dat wel, Evi. Het is méér dan afschuwelijk. Ik heb je alleen nog maar Budi’s filmpje laten zien, maar ik wil je óók heel graag het filmpje van zijn mama laten zien en voelen. Vind je dat goed?

Graag Mono, want er zal best een reden zijn waarom iemand tot zo’n afschuwelijk gedrag komt.

Goed begrepen, Evi: elke zaak heeft twee kanten. Ben je klaar voor het tweede filmpje?

Ja.

        Komt ie weer.

Ik zie het al. Angst…armoede…geen uitweg meer…werd zelf vroeger mishandeld…

       Wordt de situatie je duidelijk?

Jeetje Mono, deze vrouw werd vroeger óók door haar eigen ouders afgeranseld. Wat was ze bang, oh oh oh… Wat zielig, ze heeft niet geleerd hoe ze moest liefhebben. Ze kán haar eigen kind geen liefde geven, omdat ze die vroeger zelf niet heeft gehad.  En ik voel nu ook dat dit gebrek aan liefde vele generaties teruggaat.

Precies Evi, en zo is het cirkeltje weer rond. Misschien kunnen wij het cirkeltje doorbréken.

Ik zou niet weten hóe, Mono.

        Laten we maar eens zien hoe onze ontmoeting verloopt.

Vliégen maar! Ach, kijk eens naar dit zielig hoopje mens, zelfs in zijn slaap ziet hij er bang uit.

        Ik zal hem met mijn hoorn in het licht zetten.

 ---

Budi…Budi…

O lieve Boeddha, help me alstublieft! Ik zie een raar soort paard en een kind. Stuur deze droom weg, Boeddha!

Je droomt niet, Budi. Kijk, dit is Mono de eenhoorn, mijn allerbeste vriend, en ik ben Evi.

Komen jullie me niet straffen?

Stráffen? Waarom zouden wij je straffen?

Ik doe altijd alles fout.

Wie zegt dat?

Mama. Ze zegt dat ik niéts goed doe. Als ik water moet halen, en mijn kleren zijn een beetje nat, zegt ze dat ik teveel water heb gemorst. Als we op het land werken, vindt ze me lui.  En ook vindt ze me vies en dom.

Vind je dat van jezelf ook?

Als zij het elke dag honderd keer zegt, dan zal het wel wáár zijn.

Als ik honderd keer per dag tegen jou zou zeggen dat je slim bent en een harde werker,  zou dat dan óók waar kunnen zijn?

        Uh… misschien wel, als je het zó vaak zegt!

Het gaat er helemaal niet om wat iemand honderd keer zegt, lieve Budi. Het gaat erom wat je van jezélf vindt.

        Hoe bedoel je?

Alleen jij kent jezelf het best. Alleen jij weet hoe je werkelijk bent.  Alleen jij voelt jóu van binnen.

Hé, dat klopt! Maar waarom sláát mama mij zo vaak? Dan bén ik toch écht lui, vies en dom?!

Nee, zij vindt dat, maar dan bén je het nog niet!

        Zij zegt dat ik elke klap die ze me geeft, verdien.

Niemand verdient het om geslagen te worden. Iedereen verdient het juist om liéfde te krijgen.  Slaan is vaak een teken van onmacht om liefde te geven.

       Hé, dat klopt alwéér. Maar wat kan ik daaraan doen, Evi?

Mono, weet jij het misschien?

Zeg maar dat hij aan Boeddha kan vragen of Hij Budi’s     moeder kan helpen  om lief te hebben.

Vraag Boeddha of Hij je moeder kan helpen om lief te hebben.

Dat kan ik wel eens doen. Boeddha heeft me al heel vaak getroost als ik verdriet had.

Evi, zeg maar tegen Budi dat ik zijn mama ook wil helpen. Ik zal haar heel veel licht geven, zodat ze haar nare verleden snel kan vergeten.

Budi, Mono gaat je mama helpen. Ze heeft vroeger zelf veel nare dingen meegemaakt, dat heeft haar hard gemaakt. Mono gaat haar helpen die nare dingen te vergeten, zodat ze zich weer gelukkig kan voelen.

Je kunt toch niet zomaar herinneringen bij iemand uit zijn hoofd halen?

Nee, dat kan inderdaad niet zomaar. Maar als je er iets voor in de plaats neerzet, dan kan het nare gevoel op de achtergrond raken.

Snap ik.

Iedereen op deze héle aarde verlangt in zijn hart naar liefde.  Als je die niét krijgt, word je verdrietig en eenzaam.

       Tja, net als ik…

En óók net als je moeder.

O ja, zij natuurlijk ook. Eigenlijk is ze nét zo verdrietig als ik!

Klopt. Als jij zelf steeds verdrietig blijft, dan ga jij later misschien ook jóuw eigen kind slaan.

Nee nee, dat zou ik nóóit doen, ik weet toch hoe akelig dat is.

En toch bestaat er een kans dat jij, net als jouw moeder, niet in staat bent om lief te hebben.  Er zit dan nét zoveel innerlijke pijn in jóuw hart, als nu in háár hart.

Dat wil ik helemaal niet, Evi. Ik wil het ánders doen, béter dan mijn moeder.

Mono, kun jij Budi ook helpen?

Ik zal mijn uiterste best doen. Ik kom zo vaak mogelijk langs en zal zijn  hart laten overstromen met licht, zodat hij kan voelen wat liefde is.

Mono zegt dat hij zo vaak mogelijk langskomt om je hart met licht te vullen,  zodat je voelt wat liefde is.

Echt waar, doet hij dat? Helemaal voor mij? Heb ik dat verdiend?

Ja, iederéén verdient het. Óók je moeder.

Wat heerlijk, fantastisch gewoon! Dan gaat ons leventje er totaal anders uitzien. Hiep hiep hoerááá! O lieve Mono, duizend maal dank. En jij ook Evi, fijn dat je naar me toe kwam.

Over een poosje kunnen jij en je moeder het vast en zeker héél fijn hebben met elkaar. Begin maar met begrijpen dat zij hetzelfde verdriet heeft als jij.

         Wel zielig voor haar hè.

Voor jou is het ook zielig. Daarom moet er snel iets veranderen. Als zij je wéér slaat, probeer haar dan te zien met een hart vol medelijden. Zeg dan in jezelf, of hardop als je durft: “Het spijt me voor je en ik hou van je”. Hiermee verander je ten eerste je eigen gevoel en ten tweede kan er dan een goed gesprek tussen jullie ontstaan.

       Wat kan ik nog méér zeggen, Evi? Ik weet het niet zo goed.

Misschien kun je zeggen: Ik begrijp dat je geen betere manier kent om mij iets duidelijk te maken, omdat je vroeger zelf zo vaak geslagen bent… maar zullen we proberen er samen over te praten?

Dat klinkt wel goed, volgens mij. Ik kan het zéker proberen.

Vraag van binnen hulp aan Boeddha. Hij zal je wel helpen de juiste woorden te vinden.

Wat een hulp allemaal zeg! Van Boeddha, Mono en ook van jou.

Je hebt van binnen geschreeuwd om hulp en daardoor is er nu hulp voor je. Mocht dit allemaal niet genoeg zijn, dan komen we terug en gaan eens kijken of het beter is dat je ergens anders gaat wonen.  Zulke mishandelingen houdt geen enkel kind lang vol, lieve Budi. Ik verzeker je dat we dan naar een andere oplossing zullen zoeken, oké?

        Fijn dat jullie er voor me zijn, dankjewel.

We moeten nu gaan, Budi.

        Jullie blijven voor altijd in mijn hart.

En jij in de onze. Dag lieve Budi.

        Tot ziens Mono, dag Evi.

 ---

Wat denk je Mono, zouden zulke mishandelingen vaak voorkomen?

Veel vaker dan je denkt, Evi.

Dan is er nog veel werk voor ons te doen.  Ik zal eens beginnen met bidden voor álle kinderen die mishandeld worden.

Vergeet niet te bidden voor al degenen die anderen pijnigen, omdat ze geen liefde kennen. Want die zijn nét zo zielig.

Uiteraard, dat doe ik. Jij ook?

        Wat dacht je!

 ---

Toen ik later op tv beelden zag van Indonesië, dacht ik weer even terug aan Budi. Ik bedacht dat het wel goed moest zijn met hem, want Mono heeft hem nooit meer om hulp horen schreeuwen. En dat die paar anders-denken-tips voor hem en zijn moeder erg belangrijk waren.