Muis

Muis      

  Piep piep….                           

Oeps, je laat me schrikken, muisje.

      Dat was niet mijn bedoeling, vrouwtjeskind.

Wat heb je een zacht en hoog stemmetje, ik kan je bijna niet horen.

       Ik zal proberen om wat harder te praten, goed?

Ja goed. Waar woon je eigenlijk?

       Daar in jullie schuurtje, achter de planken.

Dat is een leuk verstopplaatsje. Woon je daar in je eentje?  

Nee, mijn hele familie woont daar ook.

Hoe groot is je familie?

        Eens effe tellen, eh…31.

31? Oef, dat zijn er nogal wat.

        Ja. En hoe groot is jouw familie?

Wij zijn thuis maar met z'n drietjes. Eerst waren we met vieren, maar mijn broertje is doodgegaan. Dus nu wonen papa en mama en ik in ons huis.

Wonen je opa’s, oma’s, tantes, ooms, neefjes en nichtjes niet bij jullie in huis dan?

Nee, die wonen allemaal ergens anders, in andere huizen.

Ik weet wel dat mensen liever in kleine groepjes wonen. Maar als je als muis in een familie wordt geboren, blijf je gezellig allemaal bij elkaar.

Dat  lijkt me hartstikke leuk, met zoveel in één huis. Dan is er altijd wel iemand die met je wil spelen.

        Ja, het is echt reuzeleuk.

Réuzeleuk zeg je, haha! Ik ben zeker wel een reus voor jou hè?   

Ja, je bent wel duizend keer groter dan ik. Als je klein bent is het een stuk veiliger om met een grote groep te wonen, want met z'n allen samen ben je groot en sterk. Dat is handig om te overleven.

Hoe bedoel je?

Als er een poes aankomt, dan is er altijd wel één muis die dat in de gaten heeft.

Ja, dat is wel veiliger. Mag ik eens komen kijken waar jullie wonen? 

Nee, nu nog niet. Ik zal het eerst gaan vragen aan mijn familie. Muizen zijn erg bang, dat weet je toch.                            

Van mij hoeft geen enkel dier bang te zijn, ik hou namelijk van alle dieren evenveel.  Zeg dat maar tegen je familie.

         Zal ik doen.

Piep piep piep piep… Piep piep, daar ben ik weer! Ik heb het even gevraagd en ze zullen proberen  om niet bang te zijn. Kom maar mee…

Hallo lieve muisjes, ik doe jullie echt niks hoor! Ik was alleen maar heel nieuwsgierig waar jullie wonen. Kan ik misschien iets voor jullie doen? Willen jullie misschien wat oude kranten of wat stro, dan krijgen jullie het hier wat warmer.

        Ja, dat zou fijn zijn.

Ik ben zó terug 

---

Kijk eens, ik heb wat stro uit het hok van ons konijntje gepakt… alsjeblieft!

        O, dank je wel, dat is fijn.

Kan ik nog iets voor jullie gaan halen?

Ik durf het bijna niet te vragen, maar heb je misschien ook nog een stukje oud brood voor ons? Het is winter en buiten kunnen we haast geen eten meer vinden. Daarom moeten we vaak bij de mensenhuizen binnenglippen om wat eten te zoeken…

Natúúrlijk zal ik voor jullie brood halen. Mama geeft het oude brood in de winter altijd aan de vogeltjes, maar ik zal haar vragen of ze ook voor jullie wat wil bewaren.

         Wat ben je toch een lief kind. Hoe heet je eigenlijk?

Ik heet Evi. En jij?

        Ik ben Trippel.

Mooi. Ik kom morgen terug, Trippeltje en dan breng ik brood mee. Dag!

        Dag Evi... piep!

---

Trippel…Trippel… waar zit je?

          Hier ben ik.

Kijk eens, ik heb brood voor jullie.

Ohooo, wat veel! Ach Evi, wat ben ik daar blij mee. Hier kan mijn hele familie wel een hele week van eten.

Ik ben blij dat jij blij bent.

          En ik ben blij dat jij blij bent omdat IK blij ben.

Je bent een grapjas.

          Piep, jij ook.

Maar hoor eens…Ik vind het zo mooi dat muisjes al dat eten met elkaar delen!

          Doen de mensen dat niet dan?

Ja, thuis wel. Maar sommige mensen zorgen echt niet goed voor hun familie. Ze delen heus niet altijd hun eigen eten met een arme broer of zus die misschien honger zit te lijden. En als oma en opa oud zijn, dan moeten ze naar een bejaardenhuis. 

         Dat lijkt me helemaal niet leuk. 

Ik heb nu gezien dat je beter in een muizenfamilie kunt wonen.

Jammer dat je zo groot bent, Evi. Anders mocht je best wel in ons nestje.

Mijn mama en papa zullen me dan wel missen, denk ik.

          Dat denk ik ook.

Dag Trippel, tot de volgende keer. Dan breng ik weer brood mee hè.

           Fijn. Dag Evi! Piep!

Vragen voor jou