Spin
Oeps, wat ben jij een grote spin zeg! Je lijkt wel een spinnenoctopus!
o Ja, ik ben bijna zo groot als jouw hand.
Wil je even op mijn hand zitten?
o Als je voorzichtig bent, wil ik dat wel.
Natuurlijk ben ik voorzichtig. Kom maar, klim er maar op.
Hi-hi-hi, je kriebelt met je zachte voetjes. Even tellen...1,2,3,4,5,6,7,8. Acht voetjes! Ik heb er maar twee. Dan heb jij vier keer zoveel voetjes als ik. Kun je dan ook vier keer zo snel lopen?
o Nee, want mijn pootjes zijn een stuk korter dan die van jou.
Maar ik kan er wel wat anders mee doen.
Ik kan heel snel een mooi web maken.
O ja, doe eens vóór.
o Laat me eerst maar voorzichtig van je hand afglijden.
Ik zet je op het blad van deze plant. Maak je daar een mooi web?
o Ja. Goed kijken, hè.
Hé, uit je achterlijf komt een draadje!
o Ja, en daar knutsel ik een mooi web van. Kijk, ik werk van binnen naar buiten. Het web wordt steeds groter en groter. Nu maak ik de lange cirkeltjes aan elkaar vast met tussendraadjes.
O, wat mooi! Dat zou ik niet kunnen. Ben jij de kampioen web-ontwerper?
o Leuk dat je dat denkt. Een mens kan weer andere knappe dingen van draden maken, zoals truien en dassen.
O ja, breien bedoel je. Ja, dat is knap van de mensen. Waarom maak je eigenlijk webben, spin?
o Om vliegjes mee te vangen. Ik eet vliegjes als ik honger heb.
Dat vind ik eigenlijk zielig voor de vliegjes.
o Nee, dat is niet zielig. Alleen vliegjes die oud of ziek zijn kunnen mijn web niet zien. De gezonde vliegen kijken wel uit! Die hebben helemaal geen zin om zich door mij te laten vangen!
Ik heb wel vaker gehoord dat de dieren eigenlijk helpen om alles gezond te houden in de natuur.
o Dat klopt. Weet je dat mensen ook wel eens op spinnen lijken?
Wij? Op spinnen? Wij hebben toch geen acht pootjes?
o Nee, ik bedoel niet aan de buitenkant. Ik bedoel dat mensen ook wel eens een web spinnen. Geen web zoals wij, maar in hun hoofd. Gedachtenspinsels noemen ze dat.
Wat zijn dat nu weer, gedachtenspinsels?
o Als iemand iets heeft meegemaakt, blijft er één gedachte aan wat gebeurd is, achter in hun hoofd en dan fantaseren ze er van alles omheen! Ze gaan denken wat er allemaal nog meer zou kunnen gebeuren en ze maken zichzelf steeds banger! Het lijkt wel of ze een web van draadjes maken rond die gedachte. Dan zitten ze gevangen in hun eigen web.
O, mmm, ik denk dat ik je wel snap, spin. Ik doe dat zelf ook best vaak. Voordat ik het weet heb ik mezelf bang gemaakt voor iets wat er helemaal niet is!
o Geef eens een voorbeeld, dan weet ik of je het echt gesnapt hebt.
Uhm… ja, ik weet iets. De juf op mijn school vroeg of ik na schooltijd even bij haar wilde komen. Ik werd zo rood als een biet. Ik zat steeds te denken dat ze had gezien dat ik gespiekt had. Ik zag al helemaal voor me dat ze me straf zou gaan geven. En het ergste dat ik kon bedenken was dat ze me nooit meer zou geloven omdat ik stiekem was en dat ze het zou vertellen aan papa en mama op de ouderavond. Mijn hart bonkte toen de schoolbel ging. Iedereen liep naar buiten. Ik bleef stilletjes zitten.
De juf ging bovenop mijn tafeltje zitten. Ze glimlachte vriendelijk en zei: "Evi, ik wilde je even zeggen dat ik zo trots op je ben! Ik zag dat je zo vriendelijk was voor het nieuwe meisje Florine. Je helpt haar echt heel goed om zich thuis te voelen in de klas. Ik vind je een engel, echt waar!"
Ik bloosde en lachte opgelucht. Ik kreeg een mooie kaart van de juf.
o Da's nou precies wat ik bedoelde, Evi. Denk dus maar aan mij als je weer eens gevangen zit in je eigen gedachtenspinsel.
Ik zal zeker nog vaak aan je denken. Tot ziens, spin!
o Tot ziens, Evi.
Wat als een spin een web maakt en per ongeluk zijn eigen voetjes vastplakt? ☺
Waarom maken mensen spinnenwebben kapot?
Mag iemand jouw zelfgebreide das kapot maken?
Heb jij wel eens 'gedachtespinsels' in je hoofd, die steeds hetzelfde zijn?
Welke gedachten maken je bang? En welke gedachten maken je sterk?