Vlinder

Vlinder

Hé, wat ben jij voor iets? Waarom zeg je niks? Ben je een rond spinnenwebje of ben je een beestje? Nou, ik weet het niet.  Misschien weet ik het morgen wel

----

Hang je hier nu nog steeds onder aan het blad? Mmm... vreemd!      Ik weet nog steeds niet wat je bent. Ik zal eens aan papa vragen of hij mee komt kijken.

        Weet je wat dat is, Evi? Dat is nou een echte pop.

Een pop? Ik zie helemaal geen hoofd, geen armen, geen benen. Dat lijkt toch niet op een póp?

Nee, niet zó’n pop. Een pop van een rups. Een rups gaat als hij wordt geboren superveel blaadjes eten. Hij wordt dan heel groot en dik. Daarom kan hij met zo’n volle buik heel lang zonder eten.  Hij zoekt een rustig plekje op, het liefst onder een blad. Hij bouwt dan een soort huisje van draadjes stevig om zich heen. Zo’n huisje heet ook wel een cocon. In die cocon gaat hij heel lang slapen.

En wanneer wordt de rups dan weer wakker, papa?

Dat weet ik niet precies, maar het duurt wel een poos. Weet je wát... Ga elke dag maar even kijken of hij al wakker is geworden. Ik weet zeker dat de rups dan een leuke verrassing voor je heeft.

Een verrassing? Voor mij?

        Ja, wacht maar af. Het is heel leuk.

----

Hoi rups in je cocon. Ben je al wakker? Moet je nog lang slapen?  Word je morgen wakker misschien? Nou, dan kom ik morgen nog even kijken.

 ----

Hallo slaapkopje, zit je er nog in?

         Ja, nog steeds.

Hè hè, eindelijk ben je wakker. Eindelijk kun je met me praten. Is het donker daarbinnen?

          Ja.

Waarom heb je zo lang geslapen?

Ik heb niet steeds geslapen.Ik heb veel nagedacht en dat kan ik heel goed in mijn kleine cocon, want dan zie ik niets van de wereld en dan word ik niet afgeleid.

Leg eens uit wat je bedoelt…

In mijn huisje zie ik de zon niet, de wolken niet en geen sterren en ook geen lekkere  blaadjes.

En waarover zit je dan zo lang na te denken?

        Ik denk na over schoonheid.

Hoezo… schoonheid? Wat moet je schoonmaken dan?

Nee, niet het schoonmaken dat jij bedoelt. Schoonheid is de pracht van de dingen.

O ja, de prachtige zon, de prachtige rivieren, de prachtige bloemen.

Ja, dat is allemaal prachtig. Ik denk aan hele prachtige dingen en ik wil mezelf van binnen ook prachtig maken. Ik wil alleen maar prachtig zijn met prachtige gedachten. Zeg eens, hoe heet je eigenlijk?

Ik heet Evi.

         Dag Evi, ik heet Fladder.

Fladder? Waarom heet je Fladder? Ik zie je helemaal niet fladderen.  Je hangt daar maar zo stilletjes.

Ja, maar morgen kan ik wél fladderen. Kom morgen maar eens terug als de zon heel hoog staat.

Oké, tot morgen.

 ----

Poeh poeh, wat is het heet. Oei, wat gebeurt er met je, Fladder?

Kijk maar eens goed. Mijn huisje is weg en ik heb vleugels gekregen.

Vleugels… wáár dan?

Ze zitten nog vastgeplakt, ze zijn nog nat, maar zo meteen droogt de zon ze op en dan zie je ze pas goed.

O, ik ben zo nieuwsgierig. Hoe komt het dat je nu vleugels hebt? Papa zei dat je een rups was en rupsen hebben toch geen vleugels?

Ja, dat klopt. Maar als een rups prachtige gedachten heeft gemaakt, dan verandert hij zichzelf in een vlinder.

Is dat echt waar? Heb jij jezelf in een vlinder veranderd?

Nou en of. En als je nog even blijft kijken, dan zie je mijn vleugels.

Ohooo, ja ja ja, nu zie ik het. Wat bijzonder zeg. Je hebt mooie rode vleugels met blauwe rondjes erop. Kun je nu ook echt vliegen?

Ja hoor. Ik heb het nog nooit gedaan, maar ik weet zeker dat ik het kan.

Word ik ook een vlinder als ik mooie gedachten heb gemaakt?

Nee, alleen rupsen kunnen in vlinders veranderen. Maar bij mensen gaat het eigenlijk precies zo. Als ze mooie gedachten hebben, veranderen ze in heel liefdevolle wezens.

O… Worden die mensen dan een engeltje?

Geen engel aan de buitenkant, maar meer aan de binnenkant, snap je?

Ik denk dat ik het wel snap. Ga nu maar eens kijken of je vleugeltjes het doen. Ik wens je véél vliegplezier!

             Dank je. Hoei, daar ga ik… ik vlieg! Joepie!  

Vragen voor jou