Zee
Poehee, wat heb je een boel water in je, Zee.
o Ik zou de liters niet kunnen tellen.
Waar komt al dat water toch vandaan?
o Het komt uit de bergen. Hoog boven op een berg is het meestal koud en er valt vaak sneeuw. De zon smelt de sneeuw en dan wordt het water. Dat water stroomt van de berg af en komt in een beekje. Een aantal beekjes stromen naar elkaar toe en worden samen een rivier.
O ja, en die rivieren stromen naar jou, de zee.
o Klopt.
Ik heb het zo warm, Zee.
o Kom er maar in, dan zal ik je afkoelen.
Yes, héérlijk zeg. Wat ben je wild vandaag.
o Ik heb vanochtend per ongeluk een blikje ‘energiedrank’ gedronken, sorry! Pas maar op, want ik kán gevaarlijk zijn.
Maar het is hier toch helemaal niet diep? Kijk maar, het water komt pas tot aan mijn billen. Ik kan hier mákkelijk staan.
o Mijn stroming is soms sterk hoor.
Ik geloof niet dat jij een onderwater-bodybuilder bent! Ik ben lekker véél sterker.
o Niet zo eigenwijs zijn, Evi.
Ach, ik durf nog véél dieper, want ik kan héél goed zwemmen.
Ik heb diploma A en B, weet je.
o Maar er zijn genoeg mensen verdronken die zelfs diploma C hadden!
Hoe kan dat nou, Zee? Ik geloof je niet hoor. Als je goed kunt zwemmen, kun je nooit verdrinken.
o Nou, dan moet je het zelf maar weten. Ik waarschuw je niet meer.
Héy, hoei, wat een gave golven. Bèlk, wat een hoop zout water in mijn mond. Getverderrie, nu gaan de golven toch wel érg hard tekeer.
Ze gooien me telkens omver. Hé, hoe kan dat nou, ik kan hier niet meer stáán... Ojojo, het lijkt wel of ik steeds verder van het strand afdrijf.
Oei, ik zie mama en papa niet meer en ook niet de gele paal met nummer acht erop, want dáár lagen we vlakbij. Waar is onze oranje parasol met blauwe strepen? Ik zal maar proberen om terug te zwemmen.
Als ik weer op het strand ben, kan ik onze parasol wel vinden.
Hè verdraaid, het lijkt wel of ik niet vooruitkom. Ik doe hartstikke mijn best, maar ik ga eerder áchteruit dan vóóruit. Poeh, wat ben ik moe zeg.
o Om tegen de Zee in te zwemmen heb je wel diploma Z nodig!
Voel je nu wat ik straks zei?
Jjjjaa Zee, ik voel nu hoe sterk je stroming is. Ik word er bang van!
Ik wil terug en wel nú meteen!
o Je kunt niet tegen de stroom inzwemmen, Evi. Dat kost je veel te veel moeite en dan raak je uitgeput.
Verdrink ik dan? Hoeoeoe, dat wil ik helemaal niet. Mamááá... papááá, hellup!
o Die kunnen je vanaf hier niet horen. Ze horen alleen de spelende kinderen op het strand en het ruisen van mijn golven.
Wat moet ik nu doehoen, hoeoeoe!
o Weet je wát... Spreid je armen en benen maar, dan blijf je wel drijven.
Ja, maar dan drijf ik nog steeds de verkeerde kant op!
o Dat komt omdat het eb is en dan trekt het water verder van het strand áf. Maar het is nu bijna tijd voor vloed, dan spoel je vanzelf weer terug naar het strand.
Echt waar? Kan ik je je op je woord vertrouwen, Zee?
o Geloof me nou maar, het is heus waar. Ik heb er toch ook geen zin in om een jong kind in mij te laten verdrinken!
Ik heb niet goed naar je waarschuwing geluisterd.
o Dat klopt, maar iedereen verdient een tweede kans, vind je niet?
Jjjazeker, Zee. Brrr, het lijkt wel of je steeds kouder wordt.
o Rustig blijven, concentreer je op mij. Laat je door mij drágen.
Oké, ik ben een dobber… een dobber met superkrachten! Ik blijf drijven… ik word door jou gedragen…
o Goed zo, vertrouw op mij. Ik breng je terug.
Ik word door jou gedragen, jij brengt mij terug. Ik word door jou gedragen, jij brengt mij terug…
o Je doet het goed. Je kúnt het. Houd vol, hè! Nog éven!
Jaja, ik hou het wel vol, als jij me draagt.
o Goed zo meisje, ik ben trots op je.
Hééé, ik drijf langzaam terug, jippie!
O Zee, wat ben ik blij!
o Ik ook, Evi. Voel eens onder je, volgens mij kun je hier weer staan.
Ja, ik voel het zand onder mijn voeten. Hier kan ik lopen... o wat fijn, beste Zee.
o Kun je je ouders al zien?
Nee. Zie jij een oranje parasol met blauwe strepen?
o Kijk eens, daar rechts in de verte. Daar zie ik een oranje parasol en ook een meneer met een verrekijker.
O, dat zal vast papa zijn die me aan het zoeken is.
o Ren er maar gauw naar toe!
Dank je wel, lieve Zee. En sorry dat ik zo dom was.
o Het is al goed, Evi. Volgende keer wel een beetje beter naar de stem van de Zee luisteren hè!
Zal ik zéker doen. Dag hoor!
o Dag zeekind.
Zou de zee soms expres je handdoek natmaken op het strand? ☺
Welk gevoel krijg je als je naar de zee kijkt?
Ben je wel eens bang geweest om te verdrinken?
Luister je meer naar je angstige stem of je naar je moedige stem als je in nood bent?
Vind je het makkelijker om je zélf te vertrouwen of om een ánder te vertrouwen?