Carmen wil niet 

meer naar school 


Carmen wil niet meer naar school

       Heb je zin in een nachtelijk reisje?

O, hai Mono. Waar gaan we naar toe?

       Kijk eens diep in mijn ogen, dan zie je waar we heen gaan.

Ik zie een groot eiland, klopt dat?           

      Ja, het is Jamaica.

Waar ligt dat ook alweer?

      Tussen Noord en Zuid Amerika in.

Lijkt me heerlijk om daar eens op vakantie te gaan.

  Ik kan wel eens wat langzamer over het eiland vliegen, dan          kun je eens kijken of je het mooi vindt.

Goed, gáán met die banaan.

      Wil je niet weten naar wie we toegaan?

O ja, vertel.

We gaan naar Carmen, die al weken niet meer naar school wil. Ze heeft hele andere gedachten  over hoe het onderwijs zou moeten zijn.

Ik zal eens horen wat ze te vertellen heeft.

 Houd haar handen maar vast, Evi, en geef haar alvast een dosis licht.

Zal het proberen.

 ---


Asjemenou, het lijkt wel of ik een sterretje ben!

Je ziet er strálend uit.

        Wie ben jij en wie is dat aparte paard?

Da’s mijn allerbeste vriend Mono. Hij heeft me hier naartoe gebracht, en ik ben Evi.

       Wel gezellig om zo’n leuk gezelschap in de nacht te krijgen.

We komen hier niet alleen voor de gezelligheid, maar ook met een speciaal doel.

       Aha, en wat is dat doel?

Mono voelde dat je al weken niet meer naar school gaat.

       Uhm, dat klopt. Ik vind het vreselijk op school.

Welke klas zit je?

In groep acht.

Dan ben je bijna klaar, toch?

Het schooljaar is pas net weer begonnen, dus ik moet nog een heel jaar.

Wat vind je zo vreselijk op school?

Tja, weet je, ik vind het zo ouderwets. Het is nog steeds hetzelfde als honderd jaar geleden, steeds dingen uit je kop leren die je even later toch weer vergeten bent.  Wat héb je daar nu aan!

Daar zeg je me wat, Carmen. Hoe en wat zou je het allerliefst willen leren?

Ik heb de afgelopen weken veel tijd gehad om daarover na te denken. Ik heb ontdekt dat ik niet in het verleden wil leven. Wat er vroeger allemaal is gebeurd, hoef ik niet te weten. Waar de plaatsen op de wereldkaart liggen hoef ik evenmin te weten. Dat is op te zoeken, als dat nodig is.

Oké, nog iets?

 Ik wil niet hoofdrekenen, we hebben toch rekenmachientjes?

Vroeger hadden ze geen rekenmachines, dus móest het wel uit het hoofd.

        Vroeger is geen nu, we moeten met de tijd meegaan.

Juist. We kunnen nu zóveel informatie op de computer zoeken. Ik begin langzaam te voelen waarom jij school onzinnig vindt. 

Heb je ideeën voor onderwijs die voor jou wél zinnig lijken?

Ik weet het nog niet helemáál… Maar ik heb wel een paar belangrijke punten en ik zou het fijn vinden als jij met me mee wil denken.

Samen komen we er wel uit.

     Ik zou graag ideeën willen onderzoeken.

Wat voor ideeën?

Wel… Bijvoorbeeld hoe in de wereld rechtvaardigheid kan ontstaan.

Zó, dat is mooi. Als je met een hele klas daarover zou nadenken, dan komen er vast en zeker prachtige ideeën naar boven. Heb je ooit gehoord van Mahatma Ghandi?

Ghandi? Wel van gehoord, maar ik weet niet meer precies wie hij was. Ik heb vast niet goed opgelet bij geschiedenisles.

Ghandi was een bijzondere man uit India. Hij ging als advocaat werken in Zuid-Afrika. In die tijd was Zuid-Afrika in het bezit van de Engelsen. Er woonden veel Indiërs en zij werden erg gediscrimineerd. Ghandi kwam voor hen op. Hij heeft ervoor gezorgd dat de pasjeswet werd afgeschaft.

Wat is een pasjeswet?

Alleen de Indiërs moesten altijd een pasje bij zich hebben en de blanken niet. Ze mochten niet in dezelfde bus zitten en niet in dezelfde restaurants eten. Ghandi heeft de Indiërs gevraagd of ze allemaal hun pasje wilden verbranden.

       En deden ze dat?

Ja, goed hè! Daarna is hij teruggegaan naar zijn geboorteland India. In die tijd was ook India in het bezit van de Engelsen. Ghandi werd daar leider in de onafhankelijkheidsstrijd.

Onafhankelijk van de Engelsen?

Ja. Hij deed dat door mensen aan te zetten tot burgerlijke ongehoorzaamheid, als protest tegen de ongelijkheid van de Engelsen. Hij zei: “God vindt alle mensen gelijk, niemand mag de baas spelen over de andere”.  Ghandi boycotte bijvoorbeeld goederen uit het buitenland.  Hij zei: “Wij hebben geen kleding nodig uit Engeland, wij spinnen zélf onze kleding wel”.

Dat was slim van hem.

Het állerslimste vond ik eigenlijk dat zijn acties altijd zónder één spoortje van geweld waren. Hij zei: “Geweldloosheid is het wapen voor de dapperen”.

Verveel ik je niet met dit verhaal, Carmen?

Nee nee nee, ga door, ik vind het juist reuze interessant.

De Indiërs werden door de Engelsen flink afgetuigd en zelfs vermoord als ze niet deden wat de Engelsen bedacht hadden. Normaal zijn mensen geneigd om meteen terug te slaan als iemand hen geweld aandoet, maar Ghandi leerde hen om juist niéts terug te doen. Hiermee wilde hij bereiken dat de Engelsen zouden voelen hoe pijnlijk het in hun  éigen hart was als ze geweld gebruikten tegen weerlozen. Dan zouden ze vanzelf stoppen.

Hielp het ook?

Absoluut! Maar de Indiërs moesten het wel heel lang volhouden, voordat de Engelsen stopten met mishandelen en moorden. Na vele protesten en stakingen van de Indiërs, hebben de Engelsen het opgegeven. Ze hadden geen macht meer over India en ze zijn teruggekeerd naar Engeland.

Nu heb ik tóch een geschiedenislesje gehad.

Ik wilde je graag laten zien dat veel mensen die vóór jou geleefd hebben, prachtige ideeën hadden en dat wij daar heel wat van kunnen leren.

Dit soort verhalen vind ik wél bijzonder boeiend. Dat brengt mij meteen bij mijn volgende ideeën. Ik zou graag willen dat ze op school gingen praten over eigen verantwoordelijkheid, het oplossen van problemen, creatief leren denken, verdraagzaamheid, respect en liefde.

Zó… goed zeg!

Interessant hè.

Inderdaad, met dit soort onderwerpen nodig je kinderen uit om een nieuwe toekomst te creëren.

Ja, ik wil heel graag aan de toekomst werken. Dat lijkt me veel zinvoller.

Uiteraard, we moeten met zijn allen een nieuwe wereld vormen, met een heel ánder denken dan tot nu toe. Er is veel te veel verdeeldheid, ongelijkheid en onbegrip. Zo kunnen we niet verder gaan, het maakt de mensen ongelukkig.

Dát bedoel ik, Evi. En daarom ga ik uit protest niet meer naar school. Ik wil dat het ánders wordt.

Denk je dat je zulke veranderingen in het onderwijs kunt realiseren door thuis te blijven?

Ja, hoe noemde jij dat zojuist? Burgerlijke ongehoorzaamheid?

Haha, je hebt goed geluisterd naar het verhaal van Ghandi.

Het lijkt me voor een kind wel moeilijk om het vol te houden. 

Ik vrees dat je problemen krijgt vanwege de leerplichtwet.

Bestaan er scholen waarin geluisterd wordt naar de ideeën van kinderen?

Misschien zou een ‘vrije school’ iets voor je zijn. Ik weet er niet genoeg van, maar je zou eens kunnen informeren. Er zijn volgens mij ook vrije scholen waar je ná de basisschool naar toe kunt.

Ik zal eens gaan informeren wat het precies inhoudt.

Natuurlijk kun je ook aan je juf of meester vragen of zij/hij eens over jouw ideeën wil nadenken, en misschien kan je klas eens meedenken over jouw onderwerpen. Dan kunnen er best geweldige gedachten uit de kinderen naar boven borrelen, wie weet.

Dat zou toch prachtig zijn… Ja, dat is mijn droom.

Maak die droom dan wáár.

Goed, ik ga aan de slag. Ik heb nu alweer zin om morgen naar school te gaan.

Echt waar?

Ik verzeker je dat ik morgen met frisse moed naar school zal gaan.

---


Fijn. Mono, geef je Carmen nog wat extra licht, voor briljante ideeën?

           Doe jij het maar, jij kunt het ook.

Zullen we het sámen doen?

            Oké.

            Dat voelt heerlijk, Mono en Evi! Dank jullie wel!

Kom Mono, terug naar ons Nederlandje.  O ja, Carmen… jullie eiland is werkelijk grandioos! Ik zou hier wel vakantie willen vieren.

            Kom je me dan weer opzoeken?

Zéker. Ik hoop dat mama en papa ook naar Jamaica willen… Nu gaan we écht. Dag lieve Carmen.

            Welterusten, Evi en Mono.

 ---


Carmen heeft me wel op nieuwe ideeën gebracht. Ik zal morgen bij mij op school ook eens polsen wat er mogelijk is. Misschien kunnen alle kinderen eens hun gedachten opschrijven over hoe ze denken de wereld fijner en eerlijker te maken.