Deltawerken

Deltawerken

Kom Evi, trek je regenjas en laarzen maar eens aan.

    Mama en ik hebben een verrassing voor je.

Een verrassing? Je maakt me nieuwsgierig, pap. Gaan we lopend?

    Nee, we moeten met de auto, het is een flink stuk rijden.

Is dat een picknickmand, mama?

Goed gezien. Maar je mag er nog niet in kijken, dat hoort bij de verrassing.

Nou zeg, jullie weten toch dat ik niet tegen verrassingen kan, daar ben ik veel te ongeduldig voor.

Ja, daarom doen we het juist, hè Angela. Om jou lekker te pesten, haha.

Stelletje klierkonten.

    Pas op hè. Houd het netjes, dochterlief, wij zijn                          klierbipsen.

Hahaha!

Goh, papa, het regent snoeihard. Zie je wel genoeg door de autoramen?

Ik heb de ruitenwissers al op de hoogste stand staan, lieverd.

Zullen we maar naar huis gaan? Het lijkt me niet zo’n mooi weer om te gaan picknicken.

Nee, we rijden gewoon door. Dat hoort allemaal bij de verrassing.

Nou, ik hou niet zo van dit soort natte verrassingen.

Wacht nu maar af, zo meteen vind je het echt leuk, dat weten wij zeker.

Ik zag jullie wel knipogen tegen elkaar, hoor.

    We zijn er bijna, nog even geduld.

Het enige wat ik heb gezien is dat deze weg de N 57 heet.

    En dat zegt jou natuurlijk nog niets, Evi?

Nee, een gewone weg als je het mij vraagt.

    Let maar eens op. Wat staat er op dat bord?

Haringvlietdam. Wat is dat, papa?

Heb je niet goed opgelet bij aardrijkskunde en geschiedenis?

Uh nee, denk het niet.

Dat is een deel van de Deltawerken. Angela, vertel jij onze dochter er maar eens  wat van, dan kan ik mijn aandacht op de weg houden. Nederland ligt onder de zeespiegel en daardoor is Nederland al verschillende keren in het  verleden overstroomd. De mensen hadden lang daarvoor al dijken gebouwd om het water tegen te houden, maar dat bleek niet voldoende te zijn. In 1953 had het  super hard gestormd en een springvloed spoelde over de dijken heen,  zodat ongeveer de hele provincie Zeeland, een deel van Zuid Holland en een deel van Brabant onder water kwam te staan.

Oei, wat akelig.

Dat was het zeker, want er zijn bijna 2000 mensen verdronken en wel 35.000 dieren. Kun je je voorstellen hoe het is als je hele huis onder water staat en dat je op zolder moet blijven zitten, zonder eten en drinken? En het was vreselijk koud, want het was op 1 februari gebeurd. Mensen konden hun huis niet uit, want ze hadden geen boten. Dus moesten ze wachten tot er hulp kwam.

Gossie zeg, wat zielig!! Er waren vast ook veel kleine kinderen verdronken,  die nog niet konden zwemmen.

Dat denk ik wel, ja. Maar ook volwassen mensen waren niet tegen de kracht van het water opgewassen.  Kun je je nog herinneren dat er beelden op tv waren van een tsunami?

O jee, ja. Afschuwelijk. Bomen, brokstukken van puin, alles wat los en vast zat werd meegesleurd met het kolkende water. In het water kregen mensen zomaar drijvende bomen tegen hun hoofd of ze kwamen knel te zitten tussen puin.  Hopelijk gebeurt zoiets nooit meer in Nederland of waar dan ook in de wereld!

Hier in Nederland zijn ze na die watersnoodramp in 1953 begonnen met een prachtig plan te bedenken om te voorkomen dat ons land niet meer kan overstromen. Ze noemen het de Deltawerken. Dat zijn dammen die de zeearmen van de  Noordzee moeten afsluiten, zodat er geen zeewater meer het land kan overstromen.  Als we straks bij de Oostenscheldekering zijn, dan stappen we uit bij Neeltje Jans, en dan kunnen we heel goed zien hoe zo’n dam werkt.

O, dit is geweldig pap en mam! We rijden hier gewoon over het water heen.  Aan allebei de kanten is zee. Wat is het water wild hè!  Kijk eens hoe hoog de golven zijn?

Nu zie je precies waarom de dammen nodig zijn, anders was het water met deze hoge golven al lang over de dijken en duinen gestroomd.

Hoe zouden ze die dammen gebouwd hebben?

Ze zijn begonnen met het laagste deel van Nederland te beveiligen met een waterkering in de Hollandse IJssel, vlakbij Rotterdam.  Die waterkering bestaat uit vier torens waartussen beweegbare schuiven hangen. Normaal hangen deze schuiven omhoog en kunnen schepen eronderdoor varen.  Maar als er een hoge vloed van zee komt, dan kunnen deze schuiven omlaag gedaan worden. De schepen kunnen er dan aan de zijkant toch langs varen, want daar ligt een sluis

Wat slim bedacht, zeg.

        Straks kunnen we zo’n waterkering van dichtbij bekijken.

Ja, je had het net over Neeltje Jans. Is het daar?

Ja, Neeltje Jans was vroeger een zandplaat, maar toen ze de stormvloedkering hebben gebouwd, is ie opgehoogd en droog geworden, zodat ze van daaruit konden werken aan de dammen. Je kunt van daaruit een rondvaart maken langs de beroemde waterkering.

Oooh wat leuk! Gaan we dat doen? Is dat de verrassing?

Nog niet helemaal. Er is nog meer te zien, dat jij heel leuk zult gaan vinden.

Hè pap, maak me toch niet zo nieuwsgierig. Je weet dat ik daar niet goed tegen kan.

Haha, dan kun je nu goed oefenen in geduld. We zijn er bijna hoor.

O gelukkig. Het is hier wel super mooi, dus het is geen straf om zo lang in de auto te moeten zitten. Hé, hier staat het al aangegeven: Neeltje Jans Deltapark.

    We parkeren de auto op dat grote parkeerterrein.

Ik zie de rondvaartboot al, kom pap en mam, een beetje doorlopen jullie! Het is trouwens ineens droog en de zon schijnt. Hup, mijn jas uit. Ik knoop ‘m wel om mijn middel.

Er is gelukkig iemand die uitleg geeft. Die kan ons precies vertellen hoe de waterkering werkt.

Goede middag dames, heren en kinderen. Welkom op de Christiaan. Het is mooi weer vandaag, dus als we geluk hebben, zien we straks de bruinvissen en zeehonden. We zullen u waarschuwen zodra wij ze zien. Aan uw linkerkant ziet u nu de grootste waterkering van de de Deltawerken in Nederland; de Oosterscheldekering. De dam is maar liefst 9 kilometer lang en loopt tussen Schouwen - Duiveland en Noord Beveland. Het bouwen was een hele klus omdat het water op sommige plaatsen wel 40 meter diep was en er stond een sterke stroming. 

Maar als je een dam bouwt, wordt het water wat erachter ligt, zoet en gaan de zoutwatervissen en de onderwaterplanten dood. De zeevogels zouden niet meer kunnen vissen. Daarom hadden ze een mooi plan bedacht; een dam die open en dicht kon. Zo kon het water uit de zee toch in de Oosterschelde stromen. Als het erg hard zou gaan stormen, kunnen ze de gaten met grote schuiven afsluiten. Ze noemen dat een stormvloedkering. Zoals u ziet bestaat hij uit dikke grote pijlers van wel 40 meter hoog, die staan heel stevig op de zeebodem op een soort matrassen die opgevuld zijn met zand en grind en beschermd door grote rotsblokken, zodat ze niet kunnen wegzakken of verschuiven. En tussen die grote pijlers ziet u de grote schuiven. 

Ze zijn 40 meter lang en 11 meter hoog. Die kunnen binnen een uur automatisch dichtgemaakt worden als het gaat stormen. Hierdoor is dit achterliggende deel van Nederland beschermd tegen het zeewater.  Dit is een knap staaltje techniek, waar Nederland in de hele wereld om bekend is geworden. En nu dames, heren en kinderen, ga nu allemaal naar stuurboord, - aan de rechterkant dus – en daar kunt u vijf zeehonden zien. Laat ze met rust, lieve mensen. Maak niet teveel kabaal.

Oh, wat mooi. Er zit ook een kleintje bij, zie je dat mam?  Maak je er foto’s van, papa? Of is het te ver weg?

   Ik heb mijn telelens meegenomen.                        

Ach, het lijkt wel een knusse familie.            

Jemig, dat was een prachtige rondvaart, zeg! 

Wat indrukwekkend, die grote schuiven in de dam. 

Wat knap bedacht hè!

    Kijk eens, Evi. Daar is je grote verrassing.

Waar mam? Wat?

    Zie je het bord daar?

Walviswereld!

    Ja, daar kun je ook dolfijnen aaien.

Dolfijnen? Wauw, jippie, hoerááá! Oh, dat was mijn geheime wens, hoe wisten jullie dat? Ik heb ooit gedroomd dat ik met een dolfijn kon praten, dat was zo bijzonder.

Sprak ie Nederlands of had ie een zee-accent?

Nee pap, natuurlijk niet. Gewoon zonder woorden, maar toch begrepen we elkaar helemaal.

Peter, plaag haar niet zo. Dolfijnen zijn heel intelligente dieren.

Ja papa, ze hebben heel grote hersenen en ze kunnen heel goed met elkaar communiceren.

        Hoe weet je dat?

Ik heb er ooit een spreekbeurt over gemaakt, weet je nog?

        O ja, vertel eens wat meer.

Ze werken samen als ze voedsel zoeken, dan praten ze met elkaar onder water.  Hun geluid draagt kilometers ver onder water. Elke dolfijn heeft een eigen geluid, net als mensen allemaal een eigen stemgeluid hebben. En weet je wat ik het allermooist vind van dolfijnen? Als een groep mensen in het water staan, waarvan één kind, een zwangere vrouw, een niet zwangere vrouw en een man,  dan gaat de dolfijn het eerst naar de zwangere vrouw.

 Echt waar, Evi? Hoe zou dat komen, denk je?

Een dolfijn herkent bij een ongeboren kindje de zuivere trilling, die het uit de hemel heeft  meegebracht naar de aarde. Elke ziel is eerst in de hemel voordat het een lichaam uitkiest.  Als ie dan de juiste papa en mama heeft gevonden, gaat de ziel naar een nieuw lichaam dat in de  baarmoeder aan het groeien is.  Echt waar, mama. Koningin Sofia heeft het me uitgelegd.  Jij hebt haar toch ook ooit ontmoet in een droom?

Ja, dat klopt, lieverd. Dat was een heel bijzondere ervaring.

Kom dromertjes, straks wacht ook nog de zeeleeuwenshow en het aquarium op ons.

De dag is nog lang genoeg, pap. Laten we van elk moment genieten.

Goed, dan maken we nu de picknickmand open, ik heb trek in een broodje met zalmsalade.

Als ik die maar niet hoef te eten, pap. Je weet toch dat ik geen dieren eet.

Voor jou hebben we broodjes met eiersalade en kaas, lieverd.