Vader Hemel

Hallo, Vader Hemel. Ik kan u niet zien, maar ik wil wel graag met u praten.

Hallo, Evi.

Moeder Aarde vertelde me dat u de binnenkant van de dingen bent. Klopt dat?

        Jawel. Ik ben het licht dat in alles zit opgesloten.

O... U zegt dat er licht zit in alles. Maar Moeder Aarde zei dat er liefde zit in alles.

Licht en liefde zijn allebei hetzelfde, m’n kind.

Maar als ik overdag naar buiten kijk, dan zie ik dat het daar licht is. Is dat hetzelfde licht als wat in alle celletjes zit opgesloten?

Het zonlicht is hetzelfde licht als het licht in jóu en in elke andere cel.

Máár Vader Hemel... het licht dat zit opgesloten... hoe kan ik dat zien?

Kijk maar eens om je heen. Moeder Aarde legde het al zo goed uit: alles tintelt van blijdschap en liefde.

Snap het wel hoor. Maar weet u, sóms kan ik het niet zien en sóms wel.

Misschien dat je de ene keer met je ógen kijkt en de andere keer met je hart.

O haha, natuurlijk. Mijn ogen zien alleen de buitenkant van alles op Moeder Aarde. En met mijn hart kan ik de binnenkant vóelen!

          Prachtig toch?

Dus om te oefenen kan ik maar beter mijn ogen dicht doen. Misschien kan ik dan beter voelen?

Goed idee. Sluit je ogen maar en stem je af op de tinteling van dit paarse viooltje in je tuin.

Mag ik hem aanraken?

         Als dat je helpt, mag het natuurlijk wel.

Mmm, ik voel alleen de buitenkant. Die is zo zacht als fluweel. Maar ik kan nog steeds niet de binnenkant voelen.

Laat hem nu eens los en kruip in gedachten eens helemaal in de bloem.

Moeilijk hoor, maar ik probeer het. Even wachten hè!

Ik ga niet weg.

Warempel, het lijkt alsof ik ieniemienie klein ben en in een reuzenbloem zit.

       En wat voel je nu?

Eh... toch wel een bijzonder grote blijdschap!

       Wat heerlijk. En voel je nog wat méér?

Jawel, het is heel rustig, heel kalm. Net alsof overal rondom mij de liefde zweeft. Ja, daar lijkt het op.

       Voel je het alleen rondóm je?

Nee, ook van binnen! Nu ik die bloem heb aangeraakt, voel ik mijn hart wármer worden. Net alsof het begint te tintelen. Kan dat?

       Dan heb je nu Mij gevoeld, Evi.

O Vader Hemel, wat geweldig. En dit zit in álles wat bestaat op Moeder Aarde?

       Niet alleen in alles, maar ook rondom alles.

Jeetje, het is haast niet te snappen.

Ik zit in en om elk stuk hout, in en om het water en de zon, ook in en om elke zandkorrel en elk grassprietje.

O... Dus u vult élk plekje in het heelal?

Dat kun je wel zeggen ja.

Ik wil u nóg graag een keertje voelen, als dat kan.

Probeer maar. Kruip in gedachten maar eens in een zandkorreltje.

Oei, dan moet ik mezelf nóg kleiner denken. Als dat maar lukt!      

Dat lukt jou wel, toe maar. Doe je ogen maar dicht en concentreer je... Zit je er al in?

Ja, dat is raar zeg.

        Wat voel je nu?

Ik voel precies hetzelfde als in de bloem, terwijl de buitenkant toch veel harder is dan bij een bloem. Hier is weer die heerlijke liefde.

Mooi, doe je ogen maar weer open.

Heel apart, Vader Hemel. Mag ik het nu ook eens bij een diertje proberen?

        Probeer het eens bij dit torretje.

Goed. Hé lief torretje, mag ik eens voelen of Vader Hemel ook in jou zit?

Ga je gang, Evi. Maar mag ik dan tegelijk proberen te voelen of Vader Hemel ook in jóu zit? 

                    Tuurlijk, prima.

 Kruip in gedachten maar eens in elkaars hart, Evi en Torretje.

Oké... O, lief torretje... ik voel mijn hart meteen weer tintelen!

    Ik ook. Het voelt fijn en veilig.

Ik voel wéér dezelfde liefde, net als in de bloem en in de zandkorrel

Bij jou voel ik een zachte maar tegelijk krachtige liefde, Evi.

        Nu hebben jullie écht contact met elkaar, Evi en Torretje.

Zo zou het contact tussen mensen ook moeten zijn, Vader Hemel.

Daar dróóm ik van. Het belangrijkste is dat je ook bij jezélf naar binnen kunt gaan  om Mij te vinden, de liefde die in je eigen hart zit.

Ik zal het eens even testen. Ik hoef alleen mijn ogen dicht te doen en met mijn aandacht naar mijn hart te gaan.

Juist! Toe maar, mijn kind.

Mmm... het lijkt wel of er een klein deurtje in mijn hartkamer zit.

Maak het deurtje maar open.

Wauw, Vader Hemel... Het is een kamer vol licht en wel heel bijzondere liefde!

          Gelukkig, dan heb je Mij gevonden.

Ik ben er helemaal stil van.

          Nu weet je me te vinden, lieve Evi.

Ja, in en om alles wat er bestaat én in mijn eigen hart. Wacht eens... De hemel is dus geen mooie plaats waar je pas naar toe kunt als je eerst dóód bent?

          Nee, de hemel is gewoon hier en nu en tegelijk eeuwig.

U bent liefde, die nóóit opraakt.

          Klopt, ik was er altijd al en zal er altijd zijn.

Mag ik nog een belangrijke vraag aan u stellen, Vader Hemel?

      Natuurlijk, mijn kind.

Als u het licht en de liefde bent in alles op aarde, hoe kan het dan dat er ruzie en oorlog bestaat en dat mensen zulke akelige gedachten kunnen hebben?

Ik ben de brón van elke gedachte in de mensen, dus elke gedachte ontstaat uit mij. Maar de mens heeft ook een vrije wil om te kiezen welke gedachten hij/zij uitkiest om er iets mee te doen. Met je gedachten kun je je leven fijn of soms ook moeilijk maken. Vergeet niet dat een mens leert en groeit van moeilijkheden.

Aha, dus akelige gedachten zijn bedoeld om te leren voelen wat de gevolgen ervan zijn, zodat je daarna kiest voor een liefdevolle gedachte.

Jazeker, heel goed samengevat Evi. Daarnaast kun je ook zeggen dat je lichaam de aarde is en dat je liefde en denken de hemel is.

Dankjewel voor dit fijne gesprek, Vader Hemel.

          Tot gauw, mijn kind.

Tot gauw, Vader Hemel.