Koren

Wat ruikt het hier heerlijk.

Vind je?

Ja. Mag ik door jullie heen rennen en me laten vallen?

 Wel voorzichtig alsjeblieft, anders knakken onze stelen.

Túúrlijk. Ik wil jullie geen pijn doen.

     Dan zullen we jou lekker kriebelen.

Ja súper! Jullie zijn wel met héél veel.

    Met velen bereiken we meer dan met één, Evi.

Da’s bij mensen ook zo, denk ik.

Van één graankorreltje kun je geen brood bakken. Maar van een veld vol graan kunnen een heleboel broden worden gemaakt, misschien wel genoeg voor een hele stad.     

Brood? Hoe gaat dat dan?

Nou, eerst moeten we heel groot groeien. Dan komt de boer en die snijdt met een machine onze stelen af. Alleen het bovenste deel heeft hij nodig voor het brood.

Wat doet hij daar dan mee?

Dat brengt hij naar een molenaar. De graankorrels worden tussen twee zware draaiende stenen geplet en tot meel vermalen. Zo ging dat vroeger altijd, maar tegenwoordig zijn er fabrieken voor.

Wat gebeurt er met het meel?

Dat wordt weer naar een bakker gebracht. Die doet er dan water bij en gist om het brood te laten rijzen.

Gaat het brood dan in de oven?

        Precies, zo gaat dat.

Ik kan me haast niet voorstellen dat jullie over enkele weken ’s morgens   gewoon op mijn ontbijtbordje liggen. Vind het best een beetje zielig voor jullie.

Hoezo zielig?

Dat jullie hier prachtig staan te stralen in de zon en te deinen in de wind en dat jullie dan ineens niet meer bestaan.

        Maar wij hebben toch een belangrijke taak?!

Leg eens uit.

Om te laten zien dat wij als korenveld een éénheid zijn. Ieder van ons is speciaal en toch horen we helemaal bij elkaar.

Da’s een mooie gedachte. Zo zouden de mensen ook eens moeten denken. Want weet je, de meeste mensen denken niet in éénheid maar verdeeldheid.

         Wat is dat... verdeeldheid?

Zal proberen het jullie een beetje uit te leggen. Op de wereld zijn er héél veel verschillende landen. In elk land bestaan er verschillende gewoonten, andere geloven, ander eten, andere dansen.  Zeg maar dat bijna álles anders is.

Mmm, vreemd. Het zijn toch allemaal mensen?  Met een hoofd en een hart en twee armen en twee benen?

Klopt, maar toch hebben de mensen grenzen gemaakt rondom hun eigen land.

Nóg vreemder, de zon kent geen grenzen, het gras kent geen grenzen, de bomen kennen geen grenzen en ook wij, de korenhalmen kennen geen grenzen.

Mooi is dat. Ja, soms vind ik mensen ook maar rare wezens. Ze verdelen zichzelf en elkaar. Zo van: jij bent bruin, ik ben blank.  Of jij hebt rood haar en ik heb blond haar.  Of jij bent dom en ik ben slim!  Ook maken ze nog verschil in arm en rijk en goed en slecht.

Dan zouden ze best wat van ons kunnen leren, want bij ons is iedereen gelijk en evenveel waard. We zijn ook allemaal met hetzelfde doel bezig.

In feite zijn mensen óók allemaal met hetzelfde doel bezig.

        Wat is jullie doel, Evi?

Léren om zoveel mogelijk lief te hebben en niet te oordelen. Volgens mij is álles goed wat er gebeurt op aarde en is iedereen precies goed zoals hij of zij is. 

Ook al zijn alle mensen verschillend... zijn ze dan tóch helemaal goed?

Túúrlijk. Volgens mij zijn we allemaal een klein deeltje van God of Allah of Brahma. En in God bestaan absoluut geen foute bloemen, geen foute grassprietjes of foute korenhalmen en evenmin foute mensen.

Prachtig, Evi. Práchtig.

Ik zou willen dat alle mensen dit konden denken en voelen.

Geduld Evi, veel geduld. Er gebeuren nu zoveel dingen dat de mensen vanzelf  tot inzicht komen.

O... en wat gebeurt er dan volgens jullie?

Nou kijk... Als bijvoorbeeld de mensen eerst álles willen hebben: mooie huizen, dure computers, prachtige tv’s en noem maar op, dan worden ze daar op den duur niet gelukkiger van.

Nee, al die spullen gaan na een poosje wat vervelen.

Zie je! Dan gaan ze tóch weer de gezelligheid bij elkaar zoeken.

O ja, en dan zien ze vanzelf dat het sámenzijn vreugde geeft.

Zo gaat dat. Dus die drang naar spullen bezitten is nódig om tot iets beters te komen.

Nu snap ik het. Ik dácht het al, niéts is fout. Alles is nodig.

Geweldig toch!

Écht wel. Nu ga ik maar weer eens. Adios, beste Korenhalmen.

Je spreekt al een aardig woordje over de grens.

Grenzen bestaan alleen in je gedachten, tóch?

Da’s waar. Adios, korenkind!     

Vragen voor jou