Zelfvertrouwen

Zelfvertrouwen

Hé Katja. 

Ha die Evi. Heb je zin om samen met mij een werkstuk te maken voor levensbeschouwing?

Met jou altijd, je bent mijn beste vriendin! Heb je al een onderwerp in gedachten?

Eerst dacht ik aan de financiële crisis, maar daar zullen andere kinderen het wel over gaan doen, omdat je het nu zo vaak op tv ziet.

Iets anders dus.

Ja, ik zou ons werkstuk over president Obama willen doen.

Waarom juist over hem?

Omdat hij zóveel mensen een goed gevoel heeft gegeven. Hij gaf de mensen een gevoel van veiligheid en vertrouwen. 

O ja, hij zei steeds: “Yes, we can”. Als je dat zegt, dan bemoedig je het zelfvertrouwen en dat voelt goed.

         Dat is waar. Hoe zou dat komen, denk je?

Als iemand zegt dat je iets kunt, dan hoop je dat hij gelijk heeft. 

Inderdaad. Soms hoor ik in mezelf een stemmetje dat zegt: “Nee hoor, jij bent niets waard en hoe haal je het in je hoofd om te denken dat jij zoiets kunt." Maar als iemand anders mij het idee geeft dat ik het wél kan, dan wil ik hem niet teleurstellen en ga ik het echt proberen.

Aha, zo werkt dat misschien ook in grote groepen.

       Ja, ook in heel Amerika.

Hoe zou het komen dat de mensen later weer kritiek kregen op Obama?

Misschien omdat ze ontdekt hadden dat ze ‘het’ niet konden en dan is het o zo gemakkelijk om een ander daar de schuld van te geven.

Weet je nog dat Marie-Sofie tegen ons zei: “Als je één vinger naar iemand wijst, wijzen er drie vingers naar jezelf terug”.

O ja, da’s een goeie. Ze bedoelt dat je niemand de schuld moet geven en dat je altijd naar jezelf moet kijken.


Ja, je bent altijd zelf verantwoordelijk over hoe jij je voelt. Niemand anders maakt jou verdrietig, jaloers of trots. Dat doe je helemaal zelf.

Toch denken de meeste mensen wél dat anderen de schuld zijn van hun rotgevoel of fijne gevoel. Om eerlijk te zijn, doe ik dat ook best vaak. In mezelf scheld ik dan bijvoorbeeld: ‘idioot’ of ‘leugenaar’.

Ik denk dat iedereen dat wel eens doet. Als je maar weet dat het ook iets van jezelf zegt.

Wat zegt het over mij als iemand mij bijvoorbeeld pest?

Kijk eens wat je dan precies vóelt. Die gevoelens brengen je bij het antwoord op je vraag.

        Ik voel me klein en onbelangrijk als ik word gepest.

Je kunt het nu omdraaien naar jezelf: Ik voel me klein en onbelangrijk en daarom trek ik mensen naar me toe, die mij wijzen op het gevoel, dat ergens verstopt in mij zit. De pester maakt dus duidelijk wat je nog niet weet over jezelf. 

Dat is duidelijk. Nu terug naar president Obama; wat zegt het van iemand die zegt: “Obama, je belooft van alles en doet niets goed”.

Dat ligt eraan wat ie daarbij voelt. Stel dat hij denkt dat iemand die macht heeft, de klus kan klaren, dan kan het iets zeggen over zijn gevoel van machteloosheid.

Aha, dat heb je goed uitgelegd. Denk dat ik er ook nog wel een weet: Als iemand ziek is en heel veel kosten zelf moet betalen, hoopt hij dat Obama een ziekenfondswet maakt. Misschien is hij bang om dood te gaan, als hij de ziektekosten niet meer kan betalen. Zijn angst maakt hem boos op Obama, als de wet niet is gelukt.

Jááá, zo zit het in elkaar. Iedereen voelt wat anders en iedereen denkt vanuit zijn eigen leeftoestand.

Precies. Zullen we dat eens opschrijven voor het werkstuk? 

Yes, we can!

Vragen voor jou