Haas

Haas

Help, help mij alsjeblieft!

Wat is er aan de hand, haasje?

De vos zit mij achterna, ik ben op de vlucht voor hem. Maar ik ben zó moe van het rennen.

Kom maar, dan mag je in mijn tas. Er is wel een kléin probleempje. Ik ben op weg naar school en ik heb geen tijd meer om jou naar mijn huis te brengen.

        Dat geeft niets, ik ben al lang blij dat ik nu veilig ben.

Kom maar gauw, liefie. Zul je wel stil zijn in de klas? Niemand mag weten dat jij in mijn tas zit, want er mogen geen dieren op school komen.

        Ik zal echt stil zijn.

 ---

Oei, mijn tas is omgevallen, ik hoop dat juf niets gezien heeft…kruip snel naar onder!

             Evi, wat zie ik daar bewegen in je tas?

Het is toch dierendag vandaag, juf?

            Nee Evi, je vergist je. Het is volgende week pas dierendag.

Nu hij tóch hier is, mag ik ‘m dan even laten zien?

Nou… vooruit dan maar. Vertel eens, waar komt dat haasje vandaan?

Ik vond hem op weg naar school, in het weiland vlak bij ons huis. Hij zei dat ie bang was voor de vos.

           Zo… zéi hij dat tegen je?!

Ja juf, echt waar.

    Klein jokkebrokje, dieren kúnnen toch niet met mensen  praten.

Maar ik hóórde het écht, juf.

          Misschien dácht je dat je het hoorde.

Ik denk dat ik het niet met mijn óren hoor, maar ik voel het ergens hiér van binnen.

       Weet je wel zeker dat je het niet verzint?

Nee, ik verzin het niet. Omdat ik zó veel van dieren houd, weet ik wat ze bedoelen. Ik vóel het gewoon.

         Aha, kunnen wij het óók voelen dan?

Weet ik niet, maar ik denk dat iedereen het wél kan probéren.

Nou, dan heb ik een goed idee. Over een week is het dierendag. Iedereen die een dier meebrengt, gaat deze hele week proberen of hij of zij zijn eigen dier kan verstaan. Daar mag ie dan over vertellen, goed?

Jááá juf, dat is een superidee!

Een week later:

Laat maar eens zien Annelies wat jij hebt meegebracht.

     Dit is mijn parkietje. Hij heet Priet. 

En heb je geprobeerd te voelen of te luisteren wat Priet je wilde vertellen?

Ja juf, hij wilde zo graag uit zijn kooitje. Hij wil vrij kunnen rondvliegen.

        En wat heb jij tegen hem gezegd?

Dat hij elke middag als ik thuiskom uit school, door het huis mag vliegen. Ik maak dan alle ramen en deuren dicht.

 Dat zal Priet fijn vinden, Annelies. Nu jij Kai, wat zit er in jouw kooitje?

Dit is mijn cavia, juf.

         Heb jij deze week geprobeerd naar je cavia te luisteren?

Dat heb ik gedaan en weet je wat ie zei?  Hij zei dat ie buikpijn kreeg van zijn caviakorrels en vroeg me of ik andere wilde kopen.

En heb je dat gedaan?

Ja! En toen kwam hij heel lief tegen me aan gekropen alsof ie me wilde bedanken.

Dat is een mooi verhaal, Kai. Hé, wat is dát voor een beest, Jop?

Dat is een fret. We hebben hem Kwik genoemd. In het Engels schrijf je ‘Quick’ en dat betekent snel.

Ik heb nog niet vaak een fret gezien als huisdier. Heeft hij je afgelopen week iets verteld?

Volgens mij wel. Ik weet het niet zeker, hij zéi het niet echt, maar toen ik goed oplette, wist ik wat ie wilde.

       Is dat misschien wat jij bedoelde, Evi?

Ja, dat bedoel ik. Dat is eigenlijk ook een sóórt praten.

Kwik verveelde zich, hij wilde graag wat speeldingetjes. Hij speelt zo graag verstoppertje. Hij kruipt overal dóór en achter. Toen ik zag dat hij zo sloompjes werd, heb ik allerlei buizen en zo neergelegd. Hij speelt er nu de héle dag mee. Hij is weer net zo vrolijk en ‘quick’ als hij vroeger was.

Nou Jop, dan heb je heel goed naar hem gekeken en ‘geluisterd’. Fijn dat Kwik zo’n prima baasje heeft. En Evi, heb je het haasje nog gezien?

Ja, ik heb in het hout van ons schuurtje een klein gaatje gemaakt. Als hij dan weer achtervolgd wordt door de vos, kan hij zich altijd in ons schuurtje verschuilen.

             Dat heb je mooi bedacht, Evi.

Ik denk dat hij gewoon in de vrije natuur wil leven, maar een schuilplekje is altijd fijn.

             Dat denk ik ook.     

Vragen voor jou