Hamster

Hamster

Hai Slapie, word eens wakker…kom eens uit je huisje.

       Ik heb geen zin!

Het is al avond, je moet nu echt wakker worden.

       Hè, hoe kan dat nou, is het al donker buiten?

Ja, kijk maar eens, ik zal het gordijn openmaken. Zie je, het is al pikkiedonker.

        Gááááp, ik ben nog zo moe.

Je hebt al de hele dag geslapen.

        Gáááp, ik kom al hoor. 

Kijk eens, ik heb al ontbijt voor je klaargezet, een worteltje en wat hamsterbrokjes.  En ook nog schoon water.

       Waarom eet jij ’s mórgens je ontbijt en ik ’s avonds?

Omdat ik ‘s nachts slaap, heb ik honger als ik ’s morgens wakker word. Jij slaapt overdag en wordt ’s avonds wakker en dan heb jíj honger.

        O ja, da’s waar, ik ben een nachtdier.

Is het niet sáái om ’s nachts wakker te zijn, als de rest van de wereld slaapt?

Nee, het is lekker rustig. Ik kan dan zo genieten van de stilte.

Wat doe je dan zo’n hele nacht?

        Ik zit een beetje te dagdromen.

Mm, raar… Dágdromen, terwijl het nacht is?

Voor mij is de nacht eigenlijk een dag, omdat ik dan wakker ben.

O ja… en waarover zit je dan te dagdromen?

Tja, over van alles. Ik kan dagdromen over wat ik heb meegemaakt. Of soms fantaseer ik er maar wat bij. Heerlijk vind ik dat.

Wat vind je leuk om over te fantaseren?

 Laatst fantaseerde ik over een supergrote hamsterstad. Er woonde geen enkel mens, alleen maar hamsters. In elk huis woonden wel honderd hamsters. We bakten samen een joekel van een taart en we snoepten ervan tot onze buikjes helemaal rond waren. En we speelden verstoppertje en haasje over. O, het was een heerlijke dagdroom, Evi.

Dat geloof ik graag. Ik ben ook vaak aan het dagdromen.

         Vertel jij eens een dagdroom...

Ik dagdroomde dat de hele wereld vol muziek was. De bomen speelden de bas. Het gras neuriede, de bloemen klonken als violen. De lucht zong een prachtig lied. Uit het water hoorde ik trompetten schallen. De stenen klapten een ritme. O Slapie, het was gewéldig! Deze dagdroom maakte mij van binnen zo blij.

Mag ik met je méé dromen? Want zo mooi als jij kan ik niet fantaseren.

Oké, dan zal ik hardop verzinnen en dan geniet jij gewoon met me mee.

Goed plan! Ik doe alvast mijn oogjes dicht, dan kan ik het beter van binnen zien.

Niet in slaap vallen, hè Slapie.

       Nee nee, ik ben nu goed wakker.

Ga maar in gedachten met me mee. Ergens heel diep op de bodem van de allerdiepste oceaan woont een bijzonder volkje. ~ Het zijn geen vissen, geen kabouters, geen mensen, nee…het zijn handjes!

Gewóne handjes, zoals jouw handjes met vijf vingertjes, Evi?

Ja, hándjes. Die handjes leven daar al eeuwen lang. Je hebt net als hier: blanke handjes, beige handjes, lichtbruine handjes en donkerbruine handjes.  Die handjes kunnen van alles doen: je hebt werkhandjes, bokshandjes, washandjes, aaihandjes, kushandjes en er is ook nog een grote groep muziekhandjes.

         Wat zeg je, Evi... muziKantjes?

Nee, muziek-Hándjes. Dat zijn handjes die daar op de bodem van de oceaan heel  bijzondere muziek maken. 

De muziekhandjes zijn heel handig: zo vindt de ene een muzikale schelp, de andere vindt een holle buis, een steen of een paar draadjes zeewier. De handjes maken hiervan de mooiste muziekinstrumenten. Bedenk nu dat het volle maan is, Slapie.

        Ja, ik zie de maan goed aan de binnenkant van mijn ogen.

Alleen bij volle maan zwemmen alle handjes naar boven om met z’n allen muziek te maken. Het muziekspektakel klinkt zó betoverend mooi! Kun je het al horen, Slapie?

Ja, ik hoor het in mijn fantasie... Dat is leuk en ook een beetje raar, Evi.

Hoor je ook hoe de muziek in het water van de héle oceaan dóórklinkt?

Ik hoor het niet alléén, maar ook alle visjes luisteren vol bewondering. Kijk maar eens of je het licht van de maan kunt zien, die op de handjes schijnt. Ja, en het water glinstert ook al zo mooi door het maanlicht.

Nu is de muziekvoorstelling afgelopen. Alle handjes klappen: de werkhandjes, de washandjes, de bokshandjes, de aaihandjes en de kushandjes.

Zwemmen ze nu weer naar de bodem van de oceaan? Ja, dat is een goed einde van het fantasieverhaal.

Ach Evi, dat was de mooiste dagdroom die óóit heb gehoord. Ik voel me helemaal lekker van binnen.

Mooi! Ik duik nu onder de wol, Slapie. Als jij vannacht een mooie dagdroom wilt verzinnen, dan kun je hem morgenavond, als je wakker wordt, aan mij vertellen.

       Ja, dat zal ik doen. Ga nu maar fijn slapen Evi, welterusten.

Tot morgen Slapie, dagdroom maar lekker.

Vragen voor jou