Schrijvertje

Schrijvertje

Wat ben je aan het doen?

Heb je het tegen mij?

Ja, ik heb het tegen jou, wat ben je eigenlijk?

Ik ben een schrijvertje en ik schrijf op het water.

Waar is je pen, istie zo klein dat ik hem niet zie?

Nee, ik heb geen pen, ik schrijf met mijn héle lichaam. Kijk maar…

Het lijkt wel of je óver het water loopt.

       Ja dat klopt, ik raak met mijn pootjes het water nèt aan.

Zijn het dezelfde letters als de mensen kennen?

       Nee, het zijn speciale insectenletters.

Aha, wat schrijf je eigenlijk?

Ik schrijf een dagboek.

O wat grappig, ik schrijf ook in een dagboek.

        Staan daar ook je geheimen in?

Ja ja, er staan de geheimste geheimen in. Niemand mag mijn dagboek lezen.

 Weet je wat zo fijn is aan míjn dagboek?

Nee, dat weet ik niet.

Niemand kán het lezen, omdat de letters meteen door het water verdwijnen.

Verhip, dat is waar! Dat is inderdaad superfijn.  Dan hoef je je dagboek nóóit te verstoppen.

         Wil je aan mij een piepklein geheimpje verklappen?

Als jij er óók eentje aan mij vertelt.

         Afgesproken, doen we.

Ikke…uh…ik ben verliefd op een jongen uit de klas.

         Hoe heet hij?

Hij heet Jerom en hij is héél aardig voor me. Hij wil altijd náást me zitten in de klas.  Hij tekent hartjes in mijn schrift en soms maakt hij een mooie tekening,  die hij stiekem in mijn jaszak stopt.  Ik denk dat hij ook een beetje verliefd op mij is.

Waarom is het een geheim?

Omdat wij nog zo klein zijn. Alleen grote mensen mogen verliefd zijn.

Nee hoor, iedereen mag verliefd zijn. Of je nu 8 of 88  bent, dat maakt niets uit.

Ben jij ook wel eens verliefd?

Jazeker. Het is eigenlijk wel grappig, want dat is ook het geheim wat ik jóu wilde vertellen.

Ik ben verliefd op ……kijk, ik schrijf zijn naam op het water.

Maar ik kan toch geen insectenletters lezen!

O ja, da’s waar. Dan zal ik het maar vertellen.  Hij heet Erik en hij is ook schrijver, net als ik.  Hij schrijft prachtige gedichten voor me op het water.  Ik prent ze in mijn gedachten, omdat het water de letters weer wegmaakt. Hij is zó bijzonder.

Voor wie moet je het geheim bewaren?

        Voor mijn vriendje.

Voor Erik? Dat snap ik niet.

Nee, niet voor Erik, maar voor Jasper.  Jasper zou erg jaloers worden als ik hem vertel dat ik verliefd ben geworden op Erik.

Kun je niet gewoon twéé vriendjes hebben?

Dat zou natuurlijk een goed idee zijn, maar ik kan maar met één van hen trouwen en schrijverskindjes krijgen.

Tja, dat maakt het wat moeilijker. Houd je nog wel van Jasper?

Ja, dat is het hem juist. Ik kan niet kiezen.  Ze hebben allebei iets leuks. Allebei ánders leuk, dat wel.

Ik kan me voorstellen dat je het geheim nog niet aan Jasper wilt vertellen.

        Weet jij wat ik moet doen?

Nee, lief schrijvertje, ik weet het echt niet. Ik denk dat je naar het antwoord in je hart moet luisteren. In je hart ligt altijd het antwoord opgesloten.

Opgesloten? Geef mij de sleutel dan maar, dan maak ik mijn hart open.

Nee grapjasje, dan kan niet. Je moet leren vóelen wat het antwoord in je hart is.  Vóel met wie je oud wil worden, met Jasper of met Erik.

        Ik zal er eens goed over gaan nadenken.

Of vóelen…

             Ja, of vóelen.

Fijn dat ik mijn geheim met je heb kunnen delen.

Dat vind ik ook. Het lucht op, ook al heb ik nog geen antwoord.

Nu moet ik gauw gaan, schrijvertje. Tot ziens maar weer.

             Tot ziens!

Vragen voor jou