Maan

Hallo Maan.

    Goede avond, Evi.

Wat schijn je helder, je lijkt wel een grote lamp in de lucht.               

Da’s ook de bedoeling, dan kan iedereen in het donker iets beter zien.

Handig hoor. Maar waarom ben je soms maar een dun randje?

Ik draai heel langzaam met jullie aarde mee. Jullie kunnen me ’s nachts zien en de mensen in China pas véél uren later. En waarom ik soms een dun randje ben, dat wil ik wel uitleggen, maar is nogal moeilijk!

Nee, hoeft niet. Hoe komt het dat jij alleen ’s nachts schijnt?

De zon is de dágzon en ik ben de náchtzon. Er moeten altijd twee tegenstellingen zijn, licht en donker, dag en nacht. Ken jij er ook nog een paar?

Uhm… ja. Warm en koud, droog en nat, zwart en wit, mooi en lelijk, dik en dun.

       Goed zo. Weet je ook waarom tegenstellingen nodig zijn?

Eigenlijk heb ik daar nog nooit zo goed over nagedacht.

        Wil je het weten?

Zeker, vertel maar eens.

        Het is best moeilijk hoor, wil je het nog steeds weten?

Lijkt me wel ja.

Als iedereen hetzelfde zou zijn, zou niemand elkaar irriteren of boos worden. Alles zou dan alsmaar op dezelfde manier voortkabbelen.

Is die irritatie nódig dan?

Jazeker, ik probeer je uit te leggen dat mensen van binnen moeten groeien en daar helpt de irritatie aan mee. Irritatie prikkelt je om na te denken. 

Irritatie maakt iets in je wakker.

Irritatie is dus goed?

Ja, élke tegenstelling is goed, anders zou alles ten opzichte van elkaar stil blijven staan. 

En dan is er geen groei.

Als ik het goed begrijp is lelijk nét zo belangrijk als mooi.

Goed gesnapt.

En woede net zo belangrijk als vergeving.

Ja, want zonder woede zou er niets te vergeven zijn.

O wat leuk. Stout zijn mág gewoon!

Als je altijd lief zou zijn, voel je niet eens wat lief is. Door het tegengestelde stout, kun je pas werkelijk voelen wat lief is. Begrijp je?

 Ja, dat snap ik. Dus gezondheid en ziekte zijn ook even belangrijk?                 

Ik zie wel of ik er iets van snap.

Oké. Aan de binnenkant van elke levende cel zit een klein beetje licht opgesloten. Dat licht heeft altijd de wens om te groeien.

Ik voel het licht al kriebelen, haha.

Als er geen duisternis zou bestaan, zou je dan de lichtgevende sterren kunnen zien?

Nee. Als het buiten licht is, heb ik nog nooit sterren gezien.

       En als het buiten heel warm is, waar verlang je dan naar?

Dan wil ik het liefst in een koel zwembad plonzen.

       Ja, en andersom: als het buiten vriest, wat wil je dan het        liefst?

Dan verlang ik naar een kachel en warme chocolademelk.

Nog één tegenstelling. Als de hele wereld helemaal rood zou zijn, zou een nieuw rood voorwerp dan opvallen?

Denk ik niet nee. Maar wél als dat dingetje groen zou zijn.

Klopt. De wereld zou er maar erg saai uitzien als alles dezelfde kleur had.  De wereld zou óók erg saai zijn als alle ménsen hetzelfde zouden zijn, denk je niet?

Ook dát ja. Zonder het vervelende gevoel van een ziekte, kun je niet beseffen hoe fijn het is om gezond te zijn.

Maar nu weet ik nog steeds niet hoe het licht in de cel groeit.

Het groeien van het licht heeft te maken met ervaringen opdoen. Een mens moet álles meemaken. Door al die ervaringen leert de mens om over geen enkele  tegenstelling meer te oordelen, want dan weet hij dat elke tegenstelling nodig is. Hierdoor wordt  hij mild en liefdevol. Die liefde is hetzelfde als het licht in de cel.

Jeetje mina, wat ingewikkeld zeg.

        Als iets INgewikkeld is, kun je het zelf weer UITwikkelen.

Dáár zal ik toch nog wel enkele jaren voor nodig hebben.

De mensen hebben daar meestal vele levens voor nodig, Evi. Maar dat maakt niets uit, want je hebt tijd tot in de eeuwigheid.

O, gelukkig maar.  

        Ga maar eens gauw slapen, lieverd. Het is al best laat.

Oeps, ik was de tijd vergeten! Welterusten, lieve Maan.

        Slaap zacht, Evi. 

Vragen voor jou