Intelligent

Intelligent

Een week later kregen we een punt voor ons werkstuk. En we kregen maar liefst een negen! Echt waar. O wat waren Katja en ik trots op ons zelf. Die middag na de les, riep de juf ons even bij zich. Ze gaf ons een compliment en vroeg: 

Hebben jullie het werkstuk helemaal zelf bedacht?

Ja, natuurlijk juffrouw, wie zou het anders hebben moeten bedenken?

        Ik twijfel omdat het zo’n wijze taal is voor jullie leeftijd.

Katja en ik gaan regelmatig naar Marie-Sofie van der Linden. Zij leert ons nadenken over moeilijke onderwerpen. Over van alles dat we in ons leven tegenkomen. Ze zegt dat Katja en ik nieuwetijdskinderen zijn. Dat betekent dat wij misschien dieper nadenken over alles en dat wij heel gevoelig zijn.

Aha, nu begin ik iets meer te begrijpen van jullie tweetjes.  Marie-Sofie werkt hier ook op school als schoolarts, dus ik ken haar goed. Ik zal haar eens vragen of zij me nog meer kan  vertellen over nieuwetijdskinderen.

Dat is goed, juffrouw.

        Dag Katja, dag Evi. Tot morgen.

Een paar dagen later riep onze juf ons na de les weer bij zich.

Ik heb eens met Marie-Sofie gesproken en wij vinden het samen een goed idee om jullie eens te laten testen. Wij vinden dat jullie boven gemiddeld slim zijn en we willen graag weten of we jullie extra verdiepingsstof moeten aanbieden, zodat jullie je niet hoeven te vervelen. Willen jullie meewerken aan de test?

Ja, dat wil ik wel. Jij ook Katja?

Uh, ik weet niet hoor, is het echt nodig? Ik wil liever geen uitzondering in de klas zijn, dan vinden ze me misschien verwaand of zo en ik ben bang dat ze mij dan niet meer zo leuk vinden.

Goed dat je dat zegt, Katja. Daar moeten we dan een oplossing voor bedenken, want het is belangrijk dat jullie je niet anders gaan voelen dan de andere kinderen.

Juf, kunnen we niet gewoon een extra boek krijgen over iets wat ons interesseert en dat we daarin werken als wij eerder klaar zijn dan de anderen? Zij hoeven er dan niet veel van te merken.

       Gewoon zelfstandig werken, bedoel je? 

Ja.

        En als je dan iets wilt vragen?

Dat kunnen we dan gewoon na de les doen, toch?  Hoe lijkt dat jou, Katja?

                Ja, het lijkt me beter als de andere kinderen er niets van weten. Ik                  voel me dan denk ik niet zo’n uitzondering.

        En de test, willen jullie die toch wel doen, of liever niet?

                 Uh, ik zal er nog even over nadenken.

Ik zal het nog even met papa en mama bespreken.

Goed, denk er rustig over na en kijk maar eens hoe het voelt. Misschien dat jullie er ook alvast over willen nadenken over welke onderwerpen je wat meer wilt weten. 

             Ja, ik zal erover nadenken.

Ik ook.

Tot maandag dametjes en een fijn weekend.

             Prettig weekend, juf.

Tot maandag, juffrouw.

---

Als iedereen weg is, die maandag, vraagt de juf:

  Heb jij al bedacht waarover je iets meer wilt weten, Katja?

Ik zou graag meer willen weten over sterrenkunde en hoe ons gedrag onder invloed staan van de sterren.

Wow, interessant zeg. Ik zal eens kijken of ik wat boeken voor je kan vinden. Ik denk dat Marie-Sofie er wel wat van heeft. En zo niet, dan ga ik naar de bibliotheek tussen de boeken voor volwassenen snuffelen. En jij Evi?

Ik zou iets meer willen weten van de grote filosofen: Kant en Nietsche. Ook wil ik wat gaan lezen over Karl Jung. 

Sjonge, dat lijkt me zware kost voor iemand van 10 jaar, maar ik zal je niet meer vergelijken met je klasgenoten. Dat is me inmiddels wel duidelijk geworden, na mijn gesprek met Marie-Sofie over jullie.

Fijn dat u ons probeert te begrijpen en rekening met ons wilt houden. Dat vind ik ook fijn. O ja, ik heb erover nagedacht en ik zal de test gaan maken.

                    Ik ook.

          Mooi, dan zal ik de testen aanvragen.

Vragen voor jou