Magneet
Weet je het nog, Magneet? Ik kreeg jou van Robert.
Ja, dat weet ik nog wel. Dat was een bijzondere dag voor je hè!
Kun je wel zeggen ja. Robert kwam me toen vertellen dat hij verliefd op me was.
Hij gaf mij toen aan jou als toepasselijk kado.
Ja, grappig hè. Net als bij een magneet voelde hij zich naar mij toe getrokken... Leuk!
En jij, was jij ook verliefd op hém?
Beetje wel. Maar ik was pas 9 jaar, dus ik wist nog niet zo goed wat verliefd zijn was.
Weet je dat nu wel?
Ach... Ik ben pas 11, dus wat wéét je dan eigenlijk?
Voelde je vlinders in je buik als je hem zag?
Ik geloof het wel, maar dat duurde niet zo lang.
Hoe kwam dat, denk je?
In het begin zag ik alleen maar hoe leuk hij was. Hij had leuke kuiltjes in zijn wangen als hij lachte en hij had vrolijke springerige krulletjes. Hij vertelde leuke grapjes en hij plukte elke dag een madeliefje en stopte dat stiekem in mijn jaszak.
Móói toch?
Ja, schattig hè! Maar later ging ik hem met andere ogen bekijken.
Hoezo? Je hebt toch maar één paar ogen...
Hoe kun je hem dan met ándere ogen bekijken?
Zó bedoel ik het niet, Magneet.
Jij hebt toch óók twee kanten: een positieve en een negatieve kant.
Dat klopt. Mijn positieve kant trekt iets áán en mijn negatieve kant duwt iets weg.
Da’s nou precies wat ik bedoel. In het begin, als je iemand net kent, trekken de positieve eigenschappen elkaar aan. Maar later duwen de negatieve eigenschappen elkaar weg.
Dáár zit wat in. Hebben mensen daarom zo vaak ruzie met elkaar?
Waarschijnlijk wel. Maar weet je... soms begrijp ik de mensen niet zo goed.
Vertel eens.
Nou, als ze verliefd zijn, dan zeggen ze dat ze niet zonder elkaar kunnen leven. Maar als er één dingetje is dat ze niet fijn vinden van elkaar, dan gaan ze weer uit elkaar.
Dat is heel wat anders dan bij een magneet. Wij blijven altijd bij elkaar.
Bedoel je dat je positieve en negatieve kant aan elkaar blijven zitten?
Ja, die hóren toch gewoon bij elkaar! Wij zijn het nóóit met elkaar eens en toch houden we van elkaar.
Maken jullie nooit ruzie?
O, jawel hoor! Maar je kunt ook op een goede manier ruzie maken.
Hoe moet je nou op een goede manier ruzie maken? Ruzie is toch nóóit goed!
Meestal niet, lieve meid. Máár... het kan de lucht ook een beetje ópklaren, als je begrijpt. Mensen mogen elkaar best vertellen wat ze vinden... maar dan niet zo dat ze elkaars ideeën helemaal verwerpen, de grond in boren. Snap je?
Snap ik wel. Ze vinden het eigenlijk véél te belangrijk wat ze zélf hebben bedacht en luisteren daarom niet meer naar wat die ander te zeggen heeft.
Vreemd... Terwijl twee tegenstellingen elkaar juist kunnen versterken!
Vind ik ook, Magneet. Als je twee verschillende ideeën bij elkaar voegt, krijg je toch altijd iets méér en beters dan het idee van één persoon?
Lijkt mij ook, Evi. Maar ik denk dat het vaak een kwestie is van compromissen sluiten.
Jemig, wat een moeilijk woord: compromissen. Wat is dat?
Een soort tussenoplossing. Niet persé wat de één wil en niet helemaal wat de ánder wil, maar iets er tussenin.
Een klein stukje van het idee van de ene én een klein stukje van het idee van de ander?
Okidoki, zo hoort dat.
Maar hoe kom je dan tot zo’n overeenkomst?
Nou, gewoon door veel te praten en goed te luisteren naar de ander.
Bedoel je dat je dan het best kunt vrágen hoe die ander erover denkt?
Tuurlijk, dáár draait het om. Wat je zélf denkt, dat wéét je al. Maar je weet niet precies hoe de ander erover denkt en daarom moet je dat gewoon vrágen.
Dat klinkt eigenlijk heel simpel.
Dat is het ook.
Als ik alleen maar zou doen wat ik zélf zou willen en niet zou luisteren naar wat de ander wil, dan zijn we binnen de kortste keren aan het bekvechten.
Precies! En bekvechten is alles behalve aangenaam.
Hoe moet het dan in een grotere groep? Als er bijvoorbeeld 10 mensen zijn met verschillende ideeën? Dan wordt het al een stuk moeilijker om tot overeenstemming te komen. Nóg moeilijker wordt het als het om een heel lánd gaat.
Tja, Nederland heeft al 16 miljoen inwoners.
Dan zal er heel wat gepraat moeten worden, Magneet.
Zeker. Maar als je leert om met één persoon compromissen te sluiten, kun je dat ook makkelijker met een grote groep. Beslist wel!
O... Ik ken een soort spreekwoord: “Verbeter de wereld, begin bij jezelf”. Bedoel je dat soms?
Okidoki, dat bedoel ik.
Nou, dan zal ik maar eens goed gaan oefenen, Magneet.
Prima plan, Evi. Begin maar met iemand die jou het meeste áántrekt. Zoals bij een magneet, weet je wel.
Oké, zal ik doen. Ik stop je nu weer in het doosje, Magneet.
Mooi zo. Tot een volgende keer, Evi. Dat wil je toch wel, hè?
Vond het héél gezellig met je te praten.
Vragen voor jou
Kun je drie goede eigenschappen van jezelf opnoemen en één slechte eigenschap?
Van wie heb je geleerd wat goede en minder goede eigenschappen zijn?
Is het wáár wat de ander goed en slecht vindt en is het waar wat jij zélf goed en slecht vindt?
Probeer je jouw minder goede eigenschappen te verbergen of te ontkennen?
Mag jij van jezelf fouten maken en mag een ander van jou ook fouten maken?
Wat is er volgens jou voor nodig om een middenweg te kunnen kiezen. (met een duur woord: compromis)
Kun je goed luisteren naar een ander of ben je in gedachten steeds bij dat wat je zelf wilt gaan zeggen?
Ben je nieuwsgierig naar wat een ander je te vertellen heeft?
Wat is het voordeel dat iedereen een andere mening heeft?
Kun je zeggen waarom jij net als een magneet naar een speciale vriend of vriendin getrokken bent?