Wat Seti denkt gebeurt echt

Wat Seti denkt gebeurt echt

Hai vriendje, daar ben je weer.

       Zoals je ziet.

Weet je, Mono… Ik vroeg me laatst af hoe jij eigenlijk overal meteen de weg kent en hoe je weet op welk adres de kinderen wonen!

       Dat weet ik helemaal niet, ik word er vanzelf naartoe getrokken.

Naartoe getrókken?

       Ja, handig hè! Het gaat helemaal vanzélf.

Hoe komt dat eigenlijk?

Waar een vraag is, komt het antwoord vanzelf. Een kind dat een vraag stelt, trekt ons gewoon naar zich toe om een antwoord te krijgen!

Klinkt simpel. Vertel eens… waar worden we nu naartoe getrokken?

Naar Egypte.

Egypte? Hoei, daar wilde ik altijd al eens naar toe!

        Wat trekt je zo aan in Egypte?

Het lijkt wel of ik er ooit hebt gewoond.

        Dat kan best in een vorig leven zijn geweest.

Iedere keer als ik een plaatje van een piramide zie, krijg ik zo’n soort gevoel van heimwee in me.

        Dan zul je daar een prettig leven hebben gehad.

Ik zal eens kijken of ik iets herken, als ik dáár ben.

Als je er ooit hebt geleefd, dan zul je een gevoel van thuiskomen ervaren.

Ik hoop het. Naar welk kind gaan we?

Naar Seti, een jongen die met zijn gedachten dingen kan laten gebeuren.

Maar dat kan toch iedereen?

Klopt wel, maar hij weet het nog niet. Hij snapt niet goed hoe dat werkt.

Goed, óp naar Egypte!

 ---         

    Ik zal beginnen met wat licht te geven.

Goed Mono, dan weet hij meteen dat we met een goede bedoeling hier zijn.

Seti… Seti….

Jéminee, wat voel ik nu?

Je voelt Mono’s licht door je heen gaan.

        Oef, ik lijk wel een tl-lamp!

Het is gezond licht, Seti. Het maakt je gezond van binnen.

        Ik ben toch niet stuk, of ziek?

Nee, maar dit licht lijmt losse gedachten aan elkaar, zodat je sommige dingen beter snapt.

        O, dan is het goed. Hoe heet jij?

Ik heet Evi, aangenaam.

Mijn naam wist je dus al. Maar… hoe kan dat nou, want ik heb je die niet verteld!

Mono weet alles. Met zijn wonderlijke hoorn vangt hij gedachten van kinderen op.  En als niemand de innerlijke vraag van het kind kan beantwoorden, komt hij me halen.

        Mmm, wat is mijn innerlijke vraag dan?

Dat je dingen bedenkt die later ook echt gebeuren

        Huhuhuuu, snif, dat klopt.

Ach lieve Seti, wat maakt je zo ineens aan het huilen?

Ik wil helemaal niet meer dat ik dingen kan laten gebeuren met mijn gedachten.

Is er dan wat ergs gebeurd?

        Huhuhuuu, snif, jahaa!

Kalm maar. Adem eens rustig in en uit. Goed zo. Kun je het nu vertellen?

Oké. Vorige week voelde ik opeens héél sterk dat mijn beste vriend een ongeluk zou krijgen.  Ik zag aan de binnenkant van mijn ogen dat een vrachtwagen tegen hem aan zou rijden.

Oei, wat akelig.

En gisteren is het écht gebeurd. Een vrachtwagenchauffeur had hem niet gezien en de zijkant botste tegen Ramses. En nu ligt hij in coma.  Volgens mij heb ik met mijn gedachten het ongeluk veroorzaakt.

Ik kan me voorstellen dat je dat denkt, Seti. Want het is erg moeilijk om onderscheid te maken tussen dát wat je voelt aankomen en een zelfgemaakt idee in je hoofd dat uitkomt.

Ik zie geen verschil.

Meestal gebeuren dingen omdat ze móeten gebeuren. Het is dan nodig om er iets uit te leren.

        Wat moet Ramses dan leren?

Dat weet ik niet, dat kun je nooit voor een ander invullen.  De enige die het te weten komt is hij zelf. Een ernstige gebeurtenis maakt altijd een bepaalde emotie los, die de persoon nodig heeft om te ervaren.

Ah ja, dat kan ik wel volgen. Dus misschien heb ik zijn ongeluk dan tóch niet gemaakt met mijn gedachten?

Denk het niet, want je houdt toch van je beste vriend?           

Ja natuurlijk! Ik zou hem nooit iets willen aandoen.

Dat bedoel ik. Dus was het een voorspellende gedachte.

Aha. Maar weet je, ik heb al zó vaak meegemaakt dat ik iets bedacht en dan gebeurde het daarna ook echt. Hoe kan dat eigenlijk?

In elk celletje van de mens zit een klein stukje licht van God. Zoals je misschien wel weet, is God een mega grote scheppende kracht. Omdat Zijn licht in ons zit, kunnen wij, net als Hij schéppen. Dat doen we met onze gedachten. Dus eigenlijk kunnen wij een beetje toveren.

          Dus iederéén kan dingen laten gebeuren?

Inderdaad, iedereen! In gedachten maak je een beeld van wat je wilt en je maakt er een zin bij, waarbij je ervan uit moet gaan dat je het al hébt, of al bént. En het belangrijkste is dat je in je hart ook heel goed moet vóelen dat het al zo is.

         Geef eens een voorbeeld.

“Ik heb veel vrienden.”

          En als ik die dan niét heb, maar wel wil?

Dan moet je juist ervan uitgaan dat je al vrienden hebt, want dat is je scheppende gedachte en je moet dan ook voelen in je hart hoe het zou zijn als je vrienden hebt.

          Staan ze dan de volgende dag bij je voor de deur?

Zo gemakkelijk gaat het niet. Door je scheppende gedachte gaat je innerlijk zich aanpassen aan jouw wens. Je wordt vriendelijk en staat meer open voor vriendschappen.

          Klinkt logisch. Kun je nóg een voorbeeld noemen?

Even denken… Mono, weet jij nog een voorbeeld?

Als je verlegen bent en je wilt juist wat dapperder worden, kun je zeggen:  “Ik durf alles te zeggen”.

Mono zegt, dat als je verlegen bent, dat je dan juist moet denken: ”Ik durf alles te zeggen!”

Goed voorbeeld, Mono. Want ik durf in de klas meestal niet te zeggen wat ik denk.

Je kunt ook scheppend denken, als je iets nodig hebt. Stel dat je schoenen kapot zijn.  Je maakt dan het beeld van een paar schoenen in je hoofd en zegt daarbij: Dankjewel dat ik andere schoenen, maat 37 heb gekregen.

          Maar die heb ik dan toch nog niet?

Nee, maar dat komt wel, omdat jij het hebt bedacht.

          Hoe werkt dat dan?

Gedachten zijn trillingen in de lucht, die opgevangen worden door andere mensen. Het kan zijn dat jouw schoenengedachte door een familielid, vriend of vreemde wordt opgevangen.  En zogenaamd heel toevallig brengt hij dan voor jou een paar schoenen mee die hem te klein zijn geworden. Waar het vandaan komt, lijkt dan een groot raadsel, maar het komt echt.  Daar moet je op vertrouwen.

Zal het eens proberen. Ik kan er wel op vertrouwen, denk ik, want ik heb al vaak gezien dat mijn gedachten  uitkwamen. Ik wist nog niet dat ik gedachten kan sturen voor iets wat ik nodig heb.

Mensen kunnen veel meer dan ze denken. Als alle mensen maar eenvoudige dingen ‘bestellen’ die ze echt nodig hebben, dan gaat alles goed. Maar niet als ze óverdaad willen, want dan komen andere mensen weer tekort.

       Oók logisch.

Heb je nu voldoende antwoorden op je innerlijke vragen, Seti?

Gelukkig weet ik nu dat het niet mijn schuld is dat Ramses in het ziekenhuis ligt.

Ik zal aan Mono vragen of hij Ramses kan helpen uit zijn coma te komen.

O, ik zal hem proberen te helpen, zeker wel!  Maar ik hoor een duidelijk stemmetje dat zegt dat het nog een weekje moet duren.

Mono denkt dat hij volgende week uit zijn coma ontwaakt.

        Joepie! Oh, wat ben ik daar blij mee. Ik kan niet wachten!

Eventjes geduld nog, maar het komt goed. Jij kunt Ramses ook helpen, door een beeld in je hoofd te maken van een wakkere Ramses die weer helemaal beter is.

         Ga ik zéker doen.

             Kom Evi, terug naar Nederland.

Dag, lieve Seti. Geef je Ramses een knuffel van ons als hij wakker is?

          Ja ja, dankjewel, dáág!

 ---

En Evi, voelde je heimwee?

Eh… nee. Helemaal vergeten, Mono. Ik was daar met mijn volle aandacht bij Seti.

Het is goed om volledig óp te gaan in het nú-moment. Vaak zijn mensen met iets bezig  terwijl ze met hun gedachten helemaal ergens anders zijn. Dat maakt mensen vaak onrustig.

Je hebt gelijk, Mono. Ik heb gemerkt: als ik iets met volle aandacht doe, dan wordt mijn hoofd leger en kalmer. Ik heb er een oefeningetje voor bedacht, heel simpel, maar het werkt.

   Wat heb je dan bedacht?

Als ik bijvoorbeeld aan het afwassen ben, zeg ik in mezelf:  ‘Nu pak ik dit bord met mijn linkerhand, doop het in het water en maak het met deze borstel schoon. Nu zet ik het in het afdruiprek’. Of als ik wandel, zeg ik: ‘Ik bewonder nu deze populier’, of: ‘Ik snuif nu frisse lucht op’.  Dus ik benoem gewoon de dingen die ik ervaar op dat moment. Dat geeft heel veel rust.

Eigenlijk zijn dat actieve meditaties. Als je wilt ontspannen, kun je ook zeggen: ‘Ik adem in, ik adem uit’.

Ja, die methode ken ik al. Die gebruik ik al jaren, meestal voordat ik ga mediteren, maar ook soms voor ik ga slapen. Als mijn hoofd goed léég is, krijg ik vaak bepaalde inzichten.  Dingen die ik van tevoren niet had kunnen bedenken.

Dat zijn boodschappen uit het Al, daar waar alle kennis is opgeslagen. Weet je nog dat Fenella zei dat alle kennis daar voor iedereen beschikbaar is?

O ja, ik herinner het me.

Als je hoofd leeg is, vallen de grenzen weg van je eigen gedachten en sta je in verbinding met het grote geheel.

Ja, zo voel ik dat ook, Mono.

Fijn. Nu moet ik gaan, Evi. Tot gauw weer.