Spanje

Spanje

Olé Olé Olé!! Gaaf man, perfect gedaan!

Wat voor programma ben je aan het kijken, Lorenzo?

      Naar stierenvechten, Evi. Kijk eens, het is gewéldig!

Leg eens uit, wil je?

Wel, die man die nu bij de stier staat, heet de matador. Hij gaat de stier uitdagen, om te kijken hoe vechtlustig hij is.

Hoe komt hij daar achter?

Zie, hij heeft een rode halfronde doek over een stok gedaan. Ze noemen dat de muleta. Hij beweegt de muleta en trekt daarmee de aandacht van de stier.

O ja, de stier kijkt hem aan.

De stier rent nu naar de toreador, maar die springt net op tijd weg.

Ho, wat spannend.   

Da’s nog niks. Kijk die stier eens rennen! Wát een beest! 

      Kijk hem eens briesen.

Is de stier boos?

       Dat kun je wel zeggen, de stoom komt uit zijn neus!

Ik zou niet graag in de schoenen van die man staan.

       Ikke wel, gaaf man en hartstikke stoer! Een échte vent!

Wie is die andere man op dat paard?

Dat is de picador. Kijk, het paard heeft een soort harde jas aan als bescherming voor de  hoorns van de stier. De paarden moeten de aandacht van de stier trekken, zodat ie boos wordt.

Waarom is het paard geblinddoekt, Lorenzo?

        Omdat hij anders véél te bang zou zijn voor de stier.

Mm, zielig hoor.

Nee joh, merkt ie niks van. Alhoewel… soms steekt de stier het paard met zijn hoorns. Gatver, wat doet die matador nou? Hij steekt een lans in de hals van de stier. Wauw, goed gedaan.

Maakt ie ‘m dood? Oho, ik durf niet te kijken Lorenzo. Dit is toch walgelijk!

        Ben je gek, dat is juist de kunst.

Kunst? Lorenzo toch! Ik snap niet dat je dit kunst vindt. Een mooi schilderij noem ik kunst, maar dit afslachten kun je toch geen kunst noemen!

In Spanje ben je een held als je met een stier durft te vechten.

Voor mij zijn het geen helden, maar moordenaars. 

Ach flauwerik. Hé, nu steken ze de banderilla’s in zijn rug.

Wat zijn dát nu weer?

       Versierde stokken met weerhaken erin.

Is die lans al niet erg genoeg?

Nee, want hij is nog niet dood. Hoor eens, dit is het trompetsignaal.

Is het dan bijna afgelopen? 

Nee, nu komt het spannendste. De stier wordt nu met een zwaard tussen zijn schouderbladen gestoken. Dat moet heel precies gebeuren, want dan raken ze hem in zijn hart.

Gaat de stier dan dood?

Ja, geweldig hè! Kijk eens, Evi. De stier brult en briest. O, wat is ie gevaarlijk.

Sorry hoor, ik kan en wil hier niet meer naar kijken, Lorenzo.

Houd dan maar even je ogen dicht.

Ik zou ook briesen en brullen als ze me op deze manier dood gingen maken.

Olé, olé olé. Joehoe, raak! Wat maakt ie een smak op de grond!

Ik begrijp werkelijk niet wat jij hier mooi aan vindt. Ik ben er misselijk van geworden. Dit is toch je reinste moord! Dat ze zoiets op tv laten zien. Ik snap er niks van.

Ik vind het prachtig. Ik ben met mijn oom die in Spanje woont eens wezen kijken.

Kon je daar tégen?

Ja hoor. Jij eet toch ook gewoon koeienvlees. Nou, die koeien  worden toch ook doodgemaakt.

Nee, Lorenzo niet op déze manier. Dat weet ik zeker.  Dan zouden alle dierenliefhebbers in opstand komen en trouwens, ik eet helemaal nóóit vlees.

Waarom niet, je hebt toch vlees nódig om sterk van te worden.

Nee hoor, ik eet andere dingen, waar ik sterk van wordt.

Rare ben jij hoor.

Ik geloof dat ik maar beter kan gaan, ben een beetje misselijk…

    Hóhó, niet weggaan Evi. Het programma is al afgelopen.

Weet je Lorenzo, elk dier valt aan als hij báng is.

         Báng? Nou dié stier leek me toch verre van báng!

Als iemand mij probeert aan te vallen, dan ga ik mezelf verdedigen.  Maar éigenlijk ben ik dan bang. Misschien dat een stier dat ook wel zo voelt. Denk je dat dat kan?

Tja, daar zeg je me wat. Als ik die stier zou zijn, zou ik misschien ook bang zijn, maar ik zou  dan ook heel stoer doen en denken: ‘Kom maar op, ik rijg je aan mijn hoorns’.

Als jij stier zou zijn, zou je dan niet liever geaaid worden? Je weet wel, een beetje liefde krijgen.

Als ik zou mogen kiezen tussen doodgemaakt worden en geaaid  worden, nou dan wist ik het wel. Natuurlijk vind ik liefde fijner.

Dacht ik wel. Ik denk dat iedereen op de hele wereld het fijn vindt om liefde te krijgen; of je nou een mens bent of een dier

Hoe zou dat eigenlijk komen, denk je? Heb je daar al ooit over nagedacht, Evi?

Ik denk dat er in dieren en mensen een stukje van God zit.

God? God? Hoezo, wat is God?

Tja, moeilijk uit te leggen. Ik heb het mezelf ook afgevraagd. Toen droomde ik dat koningin Sofia antwoord zou geven op alle moeilijke vragen waar niemand anders antwoord op kon geven. Ik hoefde de vraag alleen maar in mezelf te stellen en dan zou zij, de koningin van de wijsheid, tijdens een droom uitleg geven aan de vragen die ik mezelf stelde.  Dat is best handig voor zulke moeilijke vragen, zoals wat is God.  Zij vertelde dat God liefdesenergie is.. Ze vertelde mij dat uit God alles geboren is, en dat in alles wat leeft op hele wereld  een stukje van God zit. Dus dan zit er in alles en iedereen een stukje van zijn liefde.

Oók in die boze stier?

Ook in die bánge stier, zul je bedoelen.

Oeps, ik voel waar je naar toe wilt….

Hoe kan iemand nou een mens of dier dóden, die uit dezélfde liefde van God bestaat, als hij of zij zélf!

Jereminee, Evi. Nu begin ik je te begrijpen. Hier ga ik toch eens heel goed over nadenken.

Heb je wel eens geprobeerd om met de dieren te praten?

        Wel met een hond en een poes.

Voel je dan wat ze terugzeggen?

        Soms wel. Ik kan het in hun ogen zien of in hun gebaren.

Zie je wel, zó kun je met álle dieren praten.  Tegen een stier, kun je zeggen: “Rustig maar, ik doe je niks.  Wat sta je hier in een prachtige wei, met heerlijk mals gras. Wat heb je lieve ogen. Mag ik je kop aaien?”

Heb dat ook wel eens bij een paard gedaan.

En werd het paard toen báng?

        Nee, hij kwam vanzelf naar me toe.

Had niet anders verwacht, want liefde wordt met liefde beantwoordt en niet met angst.

         Je hebt helemaal gelijk, Evi.

Oké, heb je zin om mee te gaan rolschaatsen?

         Tof, ik heb skeelers.

Kom op dan, lekker naar buiten.