Freja ziet 

kleuren 

om mensen

Freja ziet kleuren om mensen

Enkele nachten later maakt Mono mijn geest weer wakker. Ik voel me wat suffig.

Ach Mono, ik blijf liever lekker slapen vannacht. Ik was zo heerlijk aan het dromen.

 O alsjeblieft, mijn engeltje. Er is een kind dat ons zó hard nodig heeft. Volgens mij kan het niet wachten tot morgen.

Oké dan. Geef me eerst maar eens wat extra licht, anders kom ik niet zo goed los van mijn lichaam.

         Natuurlijk…Hoe voelt dit?

Prima, laten we maar gauw gaan. Waar gaat de reis naar toe, Mono?

         We gaan naar Noorwegen, naar Freja, een meisje van tien.

Wat heb je opgevangen van Freja?

Freja ziet sinds enkele maanden kleuren rondom mensen. Ze snapt het niet  goed. Haar vriendinnen zeggen dat Freja gek wordt. Freja denkt dat haar vriendinnen gelijk hebben.

Wat sneu voor haar, Mono. Volgens mij is het niet zo moeilijk om haar te helpen.

Fijn Evi. Komaan, daar gaat ie.

---- 

Maak haar innerlijk maar wakker, Mono.

Asjemenou, wat zie ik nú weer. Mijn ogen zullen me wel weer bedriegen.

Nee Freja, je innerlijke ogen bedriegen je nooit.

        Innerlijke ogen? Zijn dat mijn droomogen?

Zoiets ja.

        Zijn jullie spoken?

Hihi, nee. Mono en ik zijn hier met onze geestlichamen. En jij bent nu wakker met je geestlichaam. Daarom kunnen wij met elkaar praten.

        Hoe heet je en waar kom je vandaan?

Ik heet Evi en ik kom uit Nederland.

Hoe komt het dat ik jou kan verstaan, terwijl jij Nederlands praat en ik Noors?

Omdat de taal uit de geestwereld wereldwijd hetzelfde is.

        Wat komen jullie hier doen?

Mono heeft een magische hoorn, en daarmee vangt hij speciale vragen op die bijna niemand anders kan beantwoorden.

        Hij ziet er wel érg lief uit.

Ja hè. Mono had gevoeld dat jij sinds een poosje aura’s kunt zien rondom mensen.

         Aura’s, wat zijn dat?

Dat zijn de laagjes van kleuren.

        Hoe weet je dat? Zie jij die ook dan?

Ja Freja, dat is heel normaal hoor.  De meeste mensen kunnen ze niet waarnemen, maar ze zijn er wél. Gelukkig zijn er ook veel kinderen en grote mensen die ze wel kunnen zien.

        Meen je dat nou? Dus ik bén niet gek?

Nee, daarom zijn we hier, om jou dat te vertellen. Je bent niét gek.

Maar papa en mama zeggen dat ik paranormaal ben, dat betekent toch dat ik abnormaal ben!

Je vergist je, Freja. Paranormaal betekent dat je méér dingen ziet en voelt dan andere mensen.

Hè gelukkig, wat een opluchting! Maar vertel eens, wat zijn die kleuren dan?

Die kleuren laten zien hoe de mens zich aan de binnenkant voelt. Als hij of zij blij is, zie je bijvoorbeeld zonnig geel uit het lichaam schijnen.

Jaja, dat heb ik wel eens gezien bij Sven.

En als iemand bijzonder lief is, kun je soms heldergroen of felroze zien.

Bij Agnetha zag ik bruin toen ze heel boos was, kan dat?

Natuurlijk kan dat. Elke kleur is mogelijk, want iedereen voelt van binnen iets anders.

Waarom zie ik soms méérdere kleuren om ‘n persoon, bijvoorbeeld een lichtblauwe  bal op een schouder, oranje om de armen en lila om het hoofd?

Help eens méé, Mono, hoe leg ik dat uit?

Vertel haar maar van de energiewielen in het geestlichaam.

O ja, tuurlijk. Kijk eens naar mij. Dit is mijn geestlichaam. Met dit lichaam vóel ik, dus niet met de celletjes van mijn stoflichaam.

        Duidelijk.

Net zoals de molenwieken door de wind ronddraaien, zo laten onze gevoelens onze  energiewielen draaien.

Wat een leuke vergelijking, Evi. Hoeveel energiewielen hebben wij eigenlijk?

We hebben er zeven. De onderste zit helemaal onderaan je ruggengraat en de bovenste op je kruin, de andere zitten er tussenin, langs de ruggengraat.

Mono, wil jij met je hoorn bij mij de plaatsen aanwijzen en er een beetje licht in brengen, dan ziet Freja de kleuren.

Goed Evi, leg jij haar dan maar uit wat de kleuren betekenen.

Kijk maar eens, hier is de rode, die schijnt als je bezig bent met wat je kúnt. 

En daar de oranje, die schijnt als je ontdekt wat je voelt. 

Deze is geel, da’s de kleur van de wil. Die is groen, de kleur van rust en liefde en daarboven lichtblauw. Die is te zien wanneer iemand liefde kan úiten. 

Dan komt de donkerblauwe, die hoort bij de denker.

En tot slot de paarse.  Bij deze kleur weet de persoon dat ie tot een prachtige eenheid hoort.

Het lijkt wel of Mono de kleuren uit zijn hoorn tóvert.

Hij tovert niet, maar met zijn licht kunnen we ze eventjes beter zien. Elk energiewiel heeft een kleur van de regenboog. En als één van de wielen op een zeker moment hárd draait, omdat je iets heftig voelt, dan schijnt dié kleur licht uit het lichaam.

O wat schitterend. Dus ik kan gewoon gevóelens zien!

Precies. Ik begrijp dat kinderen, die het zelf niet kunnen zien, het raar vinden, daarom kun je maar beter niet zéggen dat je het ziet.

       Ook niet tegen mama, papa en mijn zusje?

Misschien beter van niet.

Evi, vertel haar maar dat er ook boekjes bestaan over aura’s. Misschien kan ze die eens lenen bij de bibliotheek. Daar staan vast en zeker plaatjes in die ze wél aan haar ouders en zusje kan laten zien. Dan zien zij óók dat het heel normaal is.

Freja, Mono zegt dat er boekjes in de bieb zijn over aura’s.  Die kun je dan aan je familie laten zien.

        Echt waar, bestaan daar boekjes van? Nooit gezien!

Kijk maar eens op de afdeling met spirituele boeken.

         Die zullen wel niet bij de kinderboeken staan.

Denk het ook niet, maar je mag ze vast wel lenen.

O wat fijn, Evi en Mono, dat jullie dit kwamen vertellen. Ik ben zó opgelucht en blij!

Wij ook, Freja. Mono en ik zijn ook blij voor jou!

         Kom Evi, stap maar op mijn rug, het is weer bedtijd.

Oké Mono. Dan ga ik thuis weer verder met mijn droom, waar ik gebleven was.

         Waar droomde je van?

Ik was in de roze kleurentuin van koningin Sofia.

         Terug naar de kleurentuin dan!

Dag Freja, het ga je goed!

        Dag Evi, dag Mono. Dááág!!!

 ---

Die nacht ging ik voor de tweede keer naar de roze kleurentuin.  Weet je wie ik daar tegenkwam? Ja, inderdaad, het was Freja.  Samen hebben we daar met gedachtekrachten een knalroze mega grote trampoline ‘getoverd’ en we hadden dolle pret. We sprongen zó hoog dat we boven de roze bomen uitkwamen. Met een bons werd ik wakker, ik lag naast mijn bed…